Colours: Red Flag, V-23, Wine’s lost crown, Old Values and New Myths

Colours: Red Flag, V-23, Wine’s lost crown, Old Values and New Myths

Red Flag / Rode Vlag: ink and pastel (oil and soft) on grey A4 paper 250gr. This one is made in April, the others in May 2023.


V-23: pen and marker and soft pastel on A4 paper 130gr.


Old Values and New Myths – New Values and Old Myths / Oude Waarden en Nieuwe Mythen – Nieuwe Waarden en Oude Mythen: roller ball, marker and soft pastel on A4 paper 130gr.


Wines Lost Crown – Head In The Sky / Verloren Kroon (-kurk): Markers on A4 paper 130gr.


Z00 Palescue #26: De Parkparkiet

Z00 Palescue #26: De Parkparkiet

Een nieuw dier in driehonderd woorden voor de volgende Veren & Vachten:

Het is niet vaak dat mijn ritme gelijk loopt met de natuur, maar eerder dit jaar kwam ik een paar dagen gelijk met de zon op in Den Haag. Bij het wachten voor een stoplicht hoorde ik luid gekwetter in de bomen. Daar bleek zich een bende protesterende halsbandparkieten te verzamelen om over te steken naar het Malieveld. Nog geen week kruisten zich onze wegen, daarna was het te vroeg licht en waren ze al langs geweest.

Ze stammen af van volièrevogels die oorspronkelijk uit Afrika en Zuidoost Azië komen. Al sinds 1968 broeden ze in Nederland. Ze koloniseerden vanuit Den Haag de parken in de Randstad en zijn met inmiddels 22.000 exemplaren luid en duidelijk aanwezig. Het lijken kleine papegaaien met knalgroene veren en vuurrode snavel. De zwart-roze halsband is alleen voor mannetjes. Ze zijn met 40 centimeter best lang, al zit dat vooral in de staart.

Door de milde winters is het goed toeven in de Europese steden en het is leuk zo’n nieuw dier te zien, want vele sterven uit. Met de hogere temperatuur wordt het bos steeds stiller, het water leger, de aarde dor. Klimaatverandering en natuurverlies zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Maar we zien dus ook nieuwe soorten. Het worden exoten genoemd, en kunnen een plaag worden, denk aan de Japanse Duizendknoop of Amerikaanse rivierkreeft: invasieve exoten. De halsbandparkiet valt daar ook onder. In hun oorspronkelijke leefomgeving maken ze zich niet populair door vandalistisch gedrag in boomgaarden. Dat kan wat worden, als ze de fruitbomen in de Betuwe ontdekken.

Het Wereld Natuur Fonds publiceert elke twee jaar het Living Planet Report. Directeur Kirsten Schuijt: “We hebben de natuur inmiddels zo diep uitgehold dat ons welzijn en onze welvaart in het geding komen. Rijke, diverse natuur is nodig voor schoon water, bestuiving van gewassen en natuurlijke plaagbestrijding.”

En zo kwam het in de bus op pagina 25 van Veren & Vachten (jg.18, nr.2), het lijfblad van de Stichting Dierenzorg Eemland:

stand van zaken

stand van zaken
transitie van niets naar nergens (zeg maar eten op de plee)
         tussen zus en zo en dit of dat (of als en mits, indien misschien)

is het koud genoeg zo? (nee, het is te warm)
	noodmaatregelen zijn van kracht (de situatie nijpend)
de oorlog gaat ook door (al zien we het niet altijd)
	een tweede ronde is geweest (president heeft kiesproblemen)
later meer (maar nu eerst:)

exclusief (voor iedereen)
	de echo van een mitrailleur
die nacht verging de wereld (ik werd er bijna wakker van)
	ook hier hoor je dergelijke geluiden 
(naar omstandigheden goed)

maar ja, ze willen zoveel (adviseerde men mij)
	je zult maar net die persoon zijn
dat wil je gewoon niet moeten 
        (het slaapt allemaal nergens op)

happy earth day (hoop en vrees)
        onorthodoxe oplossingen (revolusi)
voor ontwrichtende (oorzaken en) gevolgen

Jeroen Kuypers “Nu ik je nooit meer zie” (roman): Rotterdam, voordat de bom viel.

Jeroen Kuypers “Nu ik je nooit meer zie” (roman): Rotterdam, voordat de bom viel.

De titel “Nu ik je nooit meer zie” klinkt als een romantisch verhaal en dat is het, óók. Het is meer, en voor mij een dermate mooi boek, dat ik meteen twee andere boeken van deze schrijver heb besteld bij uitgeverij Marmer in Baarn, tegen een bijzonder schappelijk prijsje, overigens. Moet ik nog meer zeggen?

Jeroen Kuypers woont in België maar is opgegroeid in Soest, Nederland (er is ook een Soest in Duitsland) waar zijn vader leraar was op een middelbare school. Het was de favoriete leraar van mijn broer. Wij woonden drie huizen verderop, maar zelf leerde ik Jeroen en zijn ouders pas kennen toen we samen geschiedenis studeerden in Utrecht. Hij las en schreef toen ook al science fiction, naast de politieke geschiedenis die we bestudeerden. Zijn moeder schreef detectives en speelde in de laatste jaren van haar leven wekelijks scrabble met mijn moeder. Beide moeders zijn geboren in het Rotterdam van vóór het bombardement in mei 1940, de plaats en tijd waar ook dit boek zich grotendeels afspeelt.

De mengeling van feitelijke geschiedenis en speurwerk naar wat daarnaast kon, of later kan gebeuren, lijkt een rode draad in het werk van Jeroen Kuypers. En dat werk is omvangrijk. Zijn productie aan verhalen, interviews, recensies, artikelen en boeken is enorm. Zoveel, dat hij zijn productie blijkbaar geloofwaardig moet maken door het te verdelen over verschillende personen.

Het pseudoniem Roel Thijssen is vooral verbonden aan zijn Graham Marquand-reeks over spionage in Zuidoost Azië. Deze boeken werden opgenomen in de jaarlijkse VN Detective & Thrillergids. Daarnaast heeft hij ook geschreven onder de namen Max Moragie en Peter Marx.

Tot een paar jaar geleden had het pseudoniem ook een praktische reden, om zijn werk als zelfstandig journalist apart van de fictie te zetten : “Als potentiële opdrachtgevers Kuypers googelen, moet in een oogopslag duidelijk zijn dat de verslaggever zich aan de feiten houdt. De boekenschrijver Thijssen is een afgesplitste persoonlijkheid” (interview, nzg-journalisten.nl, 2019).

Inmiddels ‘mag’ Jeroen Kuypers blijkbaar ook fictie schrijven, getuige de publicatie van dit nieuwste boek onder zijn genealogische naam. Desalniettemin is het verhaal gebaseerd op grondige kennis van historische feiten. Het leuke van dit boek is daarbij hoe hij, tegen de achtergrond van de ‘grote’ geschiedenis, ook de ‘kleine’ geschiedenis tot leven wekt.

Antifascistisch

Heel fraai vind ik hoe de schrijver Jan Greshoff sprekend in hedendaags Nederlands is opgevoerd, ook in interactie met het publiek, als activist voor het Comité van Waakzaamheid. In het boek vindt dat plaats in het Rotterdamse Kralingen van 1938. Reken er maar op dat de strekking van zijn woorden klopt, evenals de locatie, en alle andere namen van bedrijven en uitgaansgelegenheden die voorkomen in het boek inclusief de muziek daar werd gespeeld.

In een dialoog op Facebook noemt Kuypers zijn boek “een roman met een historisch kader en een antifascistische inslag [die] begint tijdens het gewapend verzet van de socialisten tegen Dolfuss, de Austrofascist.” Dat is in Wenen, juli 1934. Hoofdrolspeler Leon Teitelbaum neemt deel aan de ‘Juliputsch’ en belandt enige tijd in de gevangenis.

In “Nu ik je nooit meer zie” lees ik vooral het verhaal van broer Leon en zus Vera Teitelbaum, en met hen het verhaal over een seculier joods gezin dat op de vlucht voor het nazisme via Tsjechoslowakije terecht komt in Rotterdam. Vader Teitelbaum heeft een serviezenfabriek waar de dochter ook voor werkt. De zoon probeert als kunstschilder zijn geld te verdienen.

Er vindt ook nog een uitstapje plaats naar Amsterdam en er is een terugblik, waarin Vera in 1946 met een zoontje De Puin van Rotterdam weer bezoekt.

Het is dus ook een romantisch boek wat betreft de liefdesgeschiedenis van Vera en de Engelsman Hugo Barton. Via hem, en zijn verschrikkelijke moeder, klinkt de echo uit ‘Brideshead Revisited’ over de neergang van de adel in het afbrokkelende Britse Imperium. Barton blijkt ook een spion voor Engeland. Aardig detail: Vera wordt hierover ingelicht tijdens een bijeenkomst in Kralingen, op Avenue Concordia nummer 6. (Op zich al apart dat dit huisnummer specifiek wordt genoemd. Ik neem aan dat hier een historische grond voor is.) In dat deel van de straat staan nu woningen uit 1982. Verderop staan nog wel huizen in vooroorlogse glorie en op nummer 66 ben ik later geboren in het huis van mijn grootouders.

Spannende geschiedenis

Met de verhaallijn over spionage, maar vooral ook met de beschrijving van het bombardement van Rotterdam en de impact die dit heeft op de verschillende verhaallijnen, scoort ‘Nu ik je nooit meer zie’ goed in de categorie van het spannende boek. Lezers die louter op de liefdesgeschiedenis afkomen zullen teleurgesteld worden. De meeste romantiek zit in een herhaalde scène waarin de geliefden de branding inlopen. Het vervolg vindt plaats buiten het verhaal, al komt er wel een kind van.

Het belichten van de zogenaamde kleine geschiedenis is in dit boek vooral zo interessant omdat het laat zien hoe precair het verzet tegen het opkomende nazisme was. Het bestond wel, maar ondergronds, en is in de beeldvorming ondergesneeuwd door het narratief waarin Nederland is ‘verrast’ door de agressie van het bevriende staatshoofd A. Hitler.

Zo vind ik ‘Nu ik je nooit meer zie’ al met al een geslaagde, spannende historische roman over de jaren dertig. In de roman is ook een fraaie plotlijn aanwezig over een bijzonder aannemelijke kunstzwendel. In het verhaal wordt een verzameling foto’s ontdekt die G.H. Breitner gemaakt zou hebben in Rotterdam. Dat Breitner ook fotografeerde werd pas ruim na de oorlog bekend. In de roman verwerkt Leon Teitelbaum de foto’s tot stadsgezichten in de stijl van de beroemde schilder, in opdracht van zijn galerist. Leon maakt de werken niet van harte en de zwendel wordt nooit helemaal uitgevoerd. Na het bombardement blijft er maar één werk over, en dat is ondertekend met zijn eigen naam.


Jeroen Kuypers: Nu ik je nooit meer zie, roman. Uitgeverij Marmer (Baarn, 2020), ISBN 978 94 6068 448 7.


Afbeelding: Gemeentearchief Rotterdam. De Coolsingel, met rechts de ingang van de Doelen, iets verder café-restaurant-dancing Pschorr, op de achtergrond de Delftse Poort, het Hofplein met grand-café Loos; 20-03-1937; door Augustinus Johannes Marie (Guus) (A.J.M.) Weimar.

Laatste woord

Laatste woord

29-03-2022 Afscheid van de oude raad 2018-2022

Dankuwel voorzitter.

Beste mensen, vandaag vertrek ik als raadslid. Ik sta nr.6 op de kieslijst van GGS en er zijn 5 kandidaten gekozen. Persoonlijk vind ik dat jammer. Jammer dat ik niet gekozen ben. Naast alle frustraties en teleurstellingen die je meemaakt als gemeenteraadslid, is het ook interessant, leerzaam, eervol en ook vaak gewoon leuk. Ik heb ook de periode ‘14-‘18 meegemaakt. Dan bedoel ik niet de eerste wereldoorlog maar de raadsperiode in de 21e eeuw die ik in de loopgraven van de oppositie mee mocht maken.

Dat was als fractie-assistent. Ik heb gemerkt dat ook dat heel leerzaam is. Je bent voor 90% raadslid en krijgt voor 10% betaald.

Misschien ben ik hier, in deze zaal, binnenkort weer aanwezig als fractie-assistent. Wellicht weer als raadslid. Als nr.2, raadslid Aukje weer wethouder Treep wordt namens GGS, schuif ik 1 plekje op. Dan ben ik weer binnen. Maar nog steeds niet direct gekozen. Toch jammer.

En uiteraard hoop – en verwacht – ik dat GGS weer zal deelnemen aan het college. En voor zover ik objectief genoemd kan worden, denk ik dat we dan een goede wethouder klaar hebben staan.

Tijdens de laatste, mijn laatste fractievergadering, hadden we het over rode lijnen voor de coalitiebesprekingen. Niet zozeer de rode contouren voor bebouwing maar de spreekwoordelijke lijn in het zand. Waar moeten we op letten in de coalitie-onderhandelingen?

Mensen die mij een beetje beter kennen weten dat ik niet Altijd het zonnetje in huis ben, maar de zaken soms somber inzie. Voor de wereld, voor Europa, voor Nederland, en zelfs voor Soest – hoe vreedzaam, groen en vredig het ook is, als je hier uit de trein stapt.

Ik gaf mee dat het college aandacht moet hebben voor crises. We hebben de afgelopen periode de Covid-epidemie meegemaakt en zijn daar nog niet vrij van of de internationale crisis vanwege de oorlog in Oekraïne is ook hier voelbaar, en zichtbaar, bij voorbeeld in de vlag die hier op het gemeentehuis wappert.

Tegelijkertijd groeit de wereldwijde klimaatcrisis. Bij de laatste overstroming in 1919 stond het water tot de Lange Brinkweg. Nu hebben we de Afsluitdijk en staat Overhees blank na een stortbui. Alleen daarom al is bouwen in de polder en het veen geen goed idee. Het verdraagt zich niet met adaptatie aan het nieuwe normaal van een op hol geslagen klimaat.

Een nieuwe, of hernieuwde epidemie, vluchtelingen, droogte dan wel watersnood – het is geen ver van mijn bed show meer, het gebeurt in onze eigen dichtgetegelde achtertuin.

En dan volgt nu een 3 uur durende rede over het historische recht op het voormalig grondgebied van Baarn, wat eigenlijk gewoon Soestdijk is, dus Soest – en Zeist, wat eigenlijk vrijwel Soest heette en niet meer is dan een voortzetting van Soesterberg, dus ook Van Ons.

Die 3 uur heb ik geschrapt. Maar ik ben tegen het streven naar steeds grotere gemeenten. Onderzoek wijst ook uit dat het in praktijk niet goedkoper en ook niet efficiënter is. En ook de regiovorming bezie ik met wantrouwen vanwege het democratisch en staatsrechtelijk gat wat er ontstaat, wat al ontstaan is…

Dit alles terzijde.

Graag dank ik (vrijwel) alle raadsleden voor de samenwerking. Hartelijk dank ook voor de samenwerking met de wethouders en de burgemeester. En natuurlijk de Griffie. Spin in het web klinkt niet aardig, – zij zijn de spiL van de lokale democratie.

Dank ook aan de ambtenaren die ik heb mogen spreken, als lid van de auditcommissie, bij de voorbereiding van begrotingen en diverse andere onderwerpen, zoals de voorbereiding op de Cultuurvisie.

Ook dank aan de bodes die zich altijd bijzonder behulpzaam tonen om alles facilitair mogelijk te maken.

Dank aan mijn moeder die dit keer wel op me gestemd heeft

en tot ziens.


Voor alle scheidende raadsleden was er een kunstwerk van Chris Rodenburg, die het sculptuur uit oude pallets distilleerde, en Nadja Willems. De QR code op het winkelmuntje leidt naar een site met een stopmotion filmpje en herinneringen aan de afgelopen periode. Met deze link is de digitale laag van het kunstwerk te bezoeken (even doorklikken op het plaatje).

Zij vertellen op de site van de gemeente Soest:

‘De afgelopen raadsperiode is een unieke periode geweest doordat de raad digitaal vergaderde; ieder vanuit haar of zijn eigen huis. Daardoor heeft het eigen huis of beter T huis een andere rol in het dagelijks leven gekregen.

Dit is het uitgangspunt voor het kunstwerk geweest. Het op afstand vergaderen, elkaar alleen digitaal ontmoeten, iedereen vanuit zijn eigen omgeving. Dit is verbeeld in individuele huisjes, kwetsbaar en met onvolkomenheden, maar wel thuis. De huisjes zijn onderdeel van een groter geheel, samen vormen ze symbolisch het dorp Soest. De plek waar raadsleden zich voor hebben ingezet: een mooi, leefbaar en veilig Soest. Ieder raadslid neemt een stukje van dit kunstwerk mee naar huis, maar elk huisje blijft verbonden met het grotere geheel. Dit grotere geheel  is altijd te bekijken met de QR-code die aan het huisje hangt.’ 

Hanz-Art houdt ermee op

Hanz-Art houdt ermee op

Eindexpositie in Artishock

De buitenissige Baarnse ‘artoonist’ Hanz-Art (Hanz voor intimi) stopt met schilderen. Komende maand houdt hij zijn laatste expositie in Artishock. “Iedereen kan een sticker plakken op de werken die ze willen hebben. Na afloop mogen ze die dan mee naar huis nemen. In een hoge hoed kunnen eventuele bijdragen worden gedeponeerd… Want wie wil het nog hebben, kunst?!”

Hanz-Art in zijn werk (foto: Cees Paul)
Hanz-Art in zijn werk (foto: Cees Paul)

“Dan ben ik geen schilder meer, maar ik blijf artiest. Het blijft dus Hanz-Art en ik blijf deze kleren dragen. Misschien ga ik meer schrijven. En ik blijf tekenen. Ik heb ook af en toe een illustratieopdracht van de RMN. En op 30 mei doe ik nog een ‘art-battle’ tijdens de atelierroute in Nijkerk. Marco van der Wielen en ik zetten dan onze ezels neer en vragen het publiek om een onderwerp. In een half uur moeten we iets op het doek zetten. Daarna mag het publiek kiezen – het hoogste bod wint. En ik heb er nog allemaal woeste ideeën omheen, haha. ”

“In Artishock laat ik een overzicht zien van wat ik de afgelopen twintig jaar heb geschilderd. In 1998 stopte ik met mijn werk bij Stichting Aap. Daar had ik vervangende dienstplicht gedaan en ben ik een tijd blijven hangen. Daar heb ik wel ontdekt dat we allemaal aangeklede apen zijn, en dat we zijn geroepen om voor elkaar te zorgen. Toen ik daar stopte heb ik van mijn laatste geld schilderspullen gekocht.”

“Ik ben geboren met een tekentalent. In mijn tienerjaren groeide de wens om ook te schilderen maar dat heeft tot ’98 geduurd. Toen was ik 31. Ik ging serieus aan het schilderen – totdat ik geld nodig had. Ik heb van alles gedaan, wilde nooit mijn hand ophouden. Later heb ik nog een tweede poging gedaan om zelfstandig kunstenaar te worden. Maar na een goed begin valt het dan weer stil, qua opdrachten.”

‘artoonist’

Alles wat ik maak valt samen in het begrip ‘artoonist.’ Ik ben iemand die alle kunst als cartoon benadert. Dat kan dus ook een landschap zijn. Het is naar de werkelijkheid geschilderd maar ook een soort karikatuur. Voor de expositie in Artishock wilde ik eigenlijk een Rondje Soest maken. Schilderijen van plekken die mij aanspreken, niet direct de geijkte dingen. Daar ben ik ook mee begonnen maar de zin was ver te zoeken. Dus houd ik ermee op.”

“In Artishock wil ik ook een paar ruimtelijke objecten ophangen. Zoals dit apparaat: een kastje met binnenin, op drie plankjes, een gouden Barbie & Ken; een gebroken spiegel en medicijnpotjes. Het is gemaakt rond de vraag ‘Wat is er in godsnaam aan de hand in de wereld?’ Dat is sowieso een leidend thema voor mij.”

(meer info onder de afbeelding)

Een landschap van ‘artoonist’ Hanz-Art (foto: Cees Paul)
Een landschap van ‘artoonist’ Hanz-Art (foto: Cees Paul)

info

Krijg een eerste indruk van Hanz-Art op zijn site: https://www.hanz-art.nl/

Opening expositie zaterdag 2 maart om 20.00 u. Daarna live muziek van het StarkLinnemann Quartet. Een kleurrijk programma waarbij de Schilderijententoonstelling van Modest Mussorgsky wordt vertaald naar jazz en aanverwante stijlen. Rusland en Amerika, 19e eeuw en 21e eeuw komen hierbij samen. http://www.starklinnemann.com/

Adres: Steenhoffstraat 46a, 3764BM Soest. Rechts het gebouw in lopen.

Er is vrije toegang voor iedereen!

De expositie is te zien tijdens activiteiten tot en met eind maart. Zie www.artishock-soest.nl voor meer informatie. Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maandag- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

“Het moment van mijn wezen” – nieuw werk van Ruud Bijman

“Het moment van mijn wezen” – nieuw werk van Ruud Bijman

In november exposeert Ruud Bijman in de grote zaal van Artishock met nieuw werk, vrijwel allemaal uit de afgelopen twee jaar. Vier jaar geleden stelde hij hier zijn eerste series ten toon. Ruud is blijven schilderen. “Ik heb geen behoefte meer aan vakantie, want dan kan ik niet schilderen. Dat is mijn vakantie. Het is echt feest.”

Ruud Bijman vertelt: “De laatste tijd heb ik veel tekenopdrachten voor educatieve uitgaven. Maar tussendoor blijf ik schilderen. De weekenden zijn heilig voor me. Zo Ruud Bijmanmaak ik toch wel één à twee werken per maand. Normaal werk ik met acrylverf op doek. Ik heb net een nieuw soort stiften met acrylverf gekocht en sta nu te popelen om die te proberen.”

“In Amersfoort heb ik laatst 20 werken geëxposeerd bij Vreemde Gasten. Veel blijven er ook tekenwerk in zien. Ik denk doordat ik werk met zwarte contouren. Ik gebruik ook niet veel kleur, eigenlijk alleen voor de achtergrond en accenten. Ik vind de vorm belangrijker. Uit andere reacties merk ik dat mensen mijn werk rustiger vinden geworden.”

“Elk nieuw schilderij is goed. Elke keer leg ik de lat weer hoog en wil ik niet in herhaling vervallen. Ik heb heel mooie dingen gemaakt waarvan ik dacht: het voegt niets toe. Dan schilder ik het weer over. Ook als ik het niet meer uitkies voor exposities, dan heeft het geen waarde en wordt het overgeschilderd.”

“Frustrerend is wel dat je nooit uitgeschilderd raakt. Het eind is nooit in zicht. Ik ben nu bijna 60 maar ben zo benieuwd hoe ik over 60 jaar zal schilderen. Ik weet ook niet waar het vandaan komt. De personages, wezens die ik schilder hebben heel wat meegemaakt. Ik zie verdriet en  angst – dat herken ik en schilder ik. Alleen die vreemde vormen en rare wezens, daar herken me niet in. Maar het hoeft ook niet haarfijn uitgelegd te worden. Dan is de magie weg.”

“Ik vertel wel wat maar ik heb geen boodschap. Ik werk in een roes en gebruik ook maar één penseel. Wat eruit komt is het moment van mijn wezen. Dit werk hier ook. Toen ik het had geschilderd dacht ik: ‘wauw, heb ik dat gemaakt?’ Ik heb geen idee wat het is, maar het is af. Ik weet dat ik alles heb gezegd wat ik wil zeggen. Er hoeft niets bij en er is niets teveel gezegd.”

“Ik wilde een serie maken van pakweg twintig schilderijen onder de titel Les Misérables. De ellendigen. Maar eigenlijk kan ik elk schilderij daar wel onder scharen. Uiteindelijk begrijp ik geen fluit van het leven en dus ook niet van wat ik maak. Veel mensen zien humor in mijn werk. Soms vindt men het gewoon eng. Het leven is ook eng. We worden op aarde gesmeten als in de openingsscene van Mr. Bean – in de spotlight op een koude natte straat, en zoek het maar uit. Dat is ook wel een beetje eng.”

Cees Paul

Zaterdag 3 november om 20.00uur in Artishock, Steenhoffstraat 46. Na de opening JazzClub: Semmy Prinsen + Kai von Rosenberg Trio. Gratis entree. De expositie is vrij te bezichtigen tot vrijdag 23 november. Openingstijden: woensdag en vrijdag 10.00-12.00u., maandag en woensdag van 19.15- 20.15u. en in de pauze van filmvoorstellingen. Ook is het mogelijk een afspraak te maken met huismeester Semmy Prinsen (06-25 58 63 54).

Uitgelichte Afbeelding:  Les Misérables II (2017; 60×50 cm) door Ruud Bijman.

Foto Ruud Bijman door Cees Paul

2017-11-24-Les-Misérables-II-60-x-50-cm-Ruud-Bijman

Persfoto’s en portretten van twee vrienden

Persfoto’s en portretten van twee vrienden

Iedere lezer van de Soester Courant kent het werk van Ronald Kersten. Hij exposeert al 30 jaar zijn foto’s in dit weekblad. Komende maand hangen zijn mooiste pers- en portretfoto’s in Artishock. Hij exposeert samen met Hans Bult die verscheur(en)de portretten schildert.

Ronald en Hans kennen elkaar zo’n 50 jaar. Ze zaten samen op de handbalvereniging en gingen met de brommer op vakantie naar Terschelling. Toen Hans trouwde maakte Ronald de trouwrapportage. Terwijl Ronald is opgegroeid als fotograaf – “Ik was 9 toen ik al achter het doel zat om sportfoto’s te maken” – werd Hans onderwijzer. Later heeft hij de Nieuwe Academie gevolgd en werd kunstschilder. Hij heeft een heel eigen stijl ontwikkeld door portretten te verscheuren en tot nieuwe schilderijen te maken.

Bekende Soesters

Hans Bult vertelt: “Aanleiding was eigenlijk dat Ronald 75 werd. Toen vroeg ik of hij wel eens had geëxposeerd. Niet echt, zei hij, en het leek ons leuk om samen iets te doen.” Ronald Kersten heeft als fotograaf voor o.a. de Amersfoortse Courant gewerkt en had een eigen fotopersbureau: “Dat heeft mijn oudste zoon overgenomen. En met de fotostudio ben ik inmiddels ook al 10 jaar gestopt. Maar ik werk ik nog steeds als freelance fotograaf. Zometeen heb ik weer een opdracht.”

“Op de expositie laat ik portretten van bekende Soesters zien. Zo heb ik een mooie prent van Korlaar en van Paul Smit, de oude uitgever van de Soester Courant. Het wordt een mengeling met sportfoto’s en straatfotografie. En ik neem deze mee die ik in de studio maakte van mijn eerste kleindochter.”Hans en Ronald-0495-klein

Zelfportretten

De portretten die Hans Bult schildert zijn iets heel anders. “Ze zijn wel geïnspireerd op bestaande mensen, maar uiteindelijk is het een soort zelfonderzoek en zijn het allemaal zelfportretten. Het zijn een soort collages. Eerst schilder ik het portret. Dat gaat vrij snel. Dan ga ik scheuren, ik zoek stukken die de sfeer van het portret verbeteren en schik alles op een nieuwe manier. Zo stel ik het schilderij opnieuw samen. Dat kan maanden duren. Ik merkte dat op die manier het schilderij luchtigheid kreeg. Het wordt verrassender.”

“Inmiddels heb ik het gevoel dat ik ook in één keer zo kan schilderen maar ik laat me nog graag verrassen door het scheuren. Het heeft mij veel gebracht. Ik heb een eigen stijl ontwikkeld en die ontwikkeling gaat nog steeds door. Dit grote portret van een jonge vrouw bij voorbeeld is bijna klaar en laat een vrolijke kant van mij zien die er eerst niet zo was.”

Opening expositie zaterdag 6 oktober om 20.00 u. Daarna live muziek JazzClub. Het adres is Steenhoffstraat 46a, 3764BM Soest. Rechts het gebouw in lopen. De toegang is vrij.

De expositie is te zien tijdens activiteiten tot en met eind oktober. Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maandag- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354. Zie www.artishock-soest.nl voor meer informatie.

Kijk op de site van Kunstkring Kattenbroek voor een indruk van Hans Bult’s werken.

“Overal is een uitweg” – schilderijen van Ike Smitskamp in Artishock

“Overal is een uitweg” – schilderijen van Ike Smitskamp in Artishock

Ike Smitskamp is “opgegroeid tussen de tubes” maar werd andragoloog en drama-

Ike Smitskamp
Ike Smitskamp bij haar werk

docent. Pas op latere leeftijd heeft zij een kunstacademie gevolgd. Ze geeft nog steeds presentatietrainingen (Over het Voetlicht). Zij heeft ook een kinderboek gemaakt en exposeert in Artishock komende maand met 12 abstracte landschappen en 3 hondenportretten.

Ike zegt: “Het theater en het schilderatelier zijn verschillende terreinen in mijn hoofd. Toch, ook als ik met mensen werk probeer ik ruimte te creëren.”

“Mijn moeder schilderde met olieverf. Als klein kind hing ik graag rond in haar atelier. Het rook zo lekker. Ik werd ook erg gestimuleerd om te schilderen en was op de middelbare school nog erg bezig met dingen maken, maar koos toch voor een andere studie.”

“Ik ben in Indonesië opgegroeid in een open ruimte. Ik rende als peuter volkomen vrij rond, alleen in een broekje. Tussendoor heb ik nog even in Canada gewoond, dat was ook groots. Toen ik vijf en een half was kwam ik naar Nederland. Daar waren opeens overal hekken en moest ik oppassen voor het verkeer. Ik wil uitbreken, dat is wel een thema in mijn werk. Ik zal ook nooit een schilderij dichtmetselen.”

Nieuw. Nu

In 2000 volgde Ike drie jaar de Nieuwe Academie Utrecht. Ze is inmiddels een aantal keren geselecteerd voor de Nationale Zomerexpo in het Gemeentemuseum Den Haag met zowel schilderwerk, een foto en beeldend werk van haar hand. Ook heeft Ike een educatief kunstboek voor kinderen gemaakt.

De werken in Artishock zijn van de laatste acht maanden. “Ik ga nog wel even door met deze serie over open ruimte, landschap en tijdelijkheid. Misschien ga ik er personen in zetten. Hier zie je ook al een figuurtje wat overal boven uit torent, de weidsheid benadrukt.”

Ike Smitskamp: Driftwood and commotion (2) - 2018
Ike Smitskamp: Driftwood and commotion (2) – acrylverf, 2018

“Voorheen maakte ik veel ‘city scapes’ maar ik kreeg genoeg van al die lange rechte straten en gebouwen. Toen heb ik mezelf als opdracht gegeven geen scherpe hoeken en rechte lijnen meer te maken.”

“Het zijn geen landschappen. Wel gaan alle werken over ruimte, er is een horizon. Je kan niet alleen maar ruimte weergeven, ruimte zie je pas door een begrenzing. Ik zet obstakels in de leegte, bouw mezelf in. Daarna zoek ik een uitgang. Hoe kan ik adem halen en de wind voelen? Overal is een uitweg.”

Tekenen

De schilderijen van Ike Smitskamp gaan ook over beweging: “De suggestie dat het een moment later anders kan zijn. Deze golf hier heeft je even later overspoeld. Voor die schijnbaar toevallige penseelstreken maak ik veel schetsen, want het moet meteen raak zijn. Tegelijkertijd kan ik die schets niet letterlijk overnemen, dan verlies je de vaart .

“Ik maak nog steeds graag lijnen. Dat ‘tekenen’ heeft een grote voorliefde van mij. Verder werk ik nooit met primaire kleuren, altijd in tinten maar die kunnen best contrasteren met donkere vlakken en een lijntje neon. Dat maakt het speels maar ook geschikt om langere tijd naar te kijken.”

Terwijl de abstracte landschappen erg uitzoomen, zoomt Ike met de drie grote hondenportretten juist heel erg in. Ike: “Ik denk dat ze heel goed uitkomen op de achterwand in Artishock. Ik wil graag exposeren om mijn werk te tonen aan een groter publiek. Hoewel de werken te koop zijn gaat het mij om het plezier en de associaties die het werk oproepen.”

Kijk ook op www.ikesmitskamp.nl.

 

Opening expositie zaterdag 1 september om 20.00 u. Daarna is er JazzClub met de band Atilli, ook met hapje en drankje. Het adres is Steenhoffstraat 46a, 3764BM Soest. Rechts het gebouw in lopen. Er is vrije toegang voor iedereen!

De expositie is te zien tijdens activiteiten tot 21 september. Zie www.artishock-soest.nl voor meer informatie. Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maandag- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Meindert Rasker: Ter herinnering. Een proeve van zijn oeuvre

Meindert Rasker: Ter herinnering. Een proeve van zijn oeuvre

Meindert Rasker was een Soester kunstenaar en architect. Bijna dertig jaar was hij nauw verbonden aan Artishock. Hij overleed op 13 februari van dit jaar. In de maand juni is er een overzichtstentoonstelling van zijn werk, verzorgd door zijn kinderen Sander en Barbara, in samenwerking met Ineke Talen. Zij is als coördinator van de Tekenclub de opvolger van Meindert.

In de jaren 80 speelden Sander en Barbara Rasker verstoppertje in het Sint Joseph gebouw terwijl Meindert aan het tekenen of schilderen was. Nu vertellen ze: “Voor ons is deze expositie een deel van het afscheid. Artishock was een van de pijlers van zijn leven, dus is het heel mooi om namens hem deze expositie te organiseren.”

Kistje

“Van de meeste soorten van zijn  werken hebben we wel iets in huis. Er zijn natuurlijk veel modeltekeningen van de Tekenclub. Maar hij hield ook veel schilder-vakanties in Frankrijk. Dat waren meestal zijn productiefste tijden. Meindert heeft ook twee kistjes gemaakt. Daarvan is er nog eentje over. De andere is een keer gestolen bij een inbraak.”

Sander en Barbara zijn blij met de medewerking van Ineke. “We hebben wel eens voor hem model gestaan maar durven niet alleen de selectie van zijn werk te doen. De keuze maken we graag samen met Ineke. Ineke Talen vult aan: “Naast de modellen en Franse schilderijen heeft hij ook veel zee-landschappen gemaakt. Hij heeft vaak mee gezeild op zo’n oude zeilboot.”

Belezen

Meindert Rasker was van huis uit architect. Een van zijn obsessies is het merkwaardige bouwsel tegenover het gemeentehuis. Dit omdat het een verkeerd omdraaiend slakkenhuis betreft. Ondanks zijn hevige protesten is het ontwerp niet aangepast. Ineke Talen: “dat hij architect was, blijkt ook in zijn tekeningen en schilderijen. Jaloersmakend, zoals Meindert de meest ingewikkelde constructies van gebouwen en drukke stadstaferelen in enkele potloodstreken of in verf neer kon zetten. Daarnaast was hij ook heel belezen en hij deelde die kennis graag. Hij pakte een onderwerp op en ging dat uitzoeken door de hele (kunst)geschiedenis heen. Daar gaf hij dan lezingen over.”

Meindert Rasker 2005
Ineke Talen: “Deze foto is gemaakt in 2005 in mijn atelier. De leden van de tekenclub poseerden toen om de beurt voor elkaar en we maakten portretten.”

Ineke herinnert zich ook de bibliotheek in zijn huis in Soest. “Die was vermaard. En wat  opviel was dat zijn honger naar boeken niet ophield bij één exemplaar. En, nog mooier, hij deelde royaal. Sommige boeken had hij toch dubbel! Vermeldenswaardig zijn ook de boekjes die Meindert zelf maakte. Die boekjes, over diverse onderwerpen uit de kunst en literatuur, uitgegeven door zijn zelfbedachte uitgeverij “Kunst en Liefdewerk.”

Meindert Rasker is 75 jaar oud geworden. Hij werd lid van Artishock in 1985 waar hij actief bleef tot hij zich in 2014 om medische redenen moest terugtrekken. Ineke besluit: “Hij was een professioneel en gepassioneerd kunstenaar. Hij had ook een heel eigen, krachtige stijl. Zijn eigen schilderijen en tekeningen zijn er nog. Het gemis van de persoon blijft.”

Overzichtstentoonstelling Meindert Rasker. U bent welkom bij de opening op zaterdag 2 juni, 20:00u. Vanaf 20:30 is er JazzClub. Speciaal optreden wegens 20 jaar JazzTrio met Douwe Suesan, Joost Korsten en Jasper van der Wilden. Toegang gratis.

De expositie is te zien tijdens activiteiten tot en met eind juni. Zie www.artishock-soest.nl voor meer informatie. Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maandag- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Meindert Rasker 2008
Meindert Rasker (links) richt met Dirk Bouman een expositie in. (foto: Artishock, 2008)

Foto expositie: Gouden Kooien, gezien door Bloyd

Foto expositie: Gouden Kooien, gezien door Bloyd

Golden Cages, Some Seconds in TimeArtishock verwelkomt met de expositie van fotograaf Bloyd een oude bekende. Achter de kunstenaar Bloyd schuilt Harry Schilder die al vaker heeft opgetreden in Soest en omgeving in verschillende disciplines. Vanaf 5 mei is zijn nieuwste werk te zien: ‘Golden Cages – Some Places, Some Faces, Some Seconds in Time’.

De ingelijste foto’s zijn los te koop, maar ook verkrijgbaar in een fotoboek onder dezelfde titel. Een goedkopere uitgave is er ook, op magazine formaat. De tentoonstelling bestaat vooral uit reisfoto’s, afgedrukt op canvas en ingelijst. Bloyd: ”De meeste mensen denken dat het schilderijen zijn. Er komen ook een paar oude foto’s maar de rest heb ik de afgelopen anderhalf jaar gemaakt in India, Mexico en Nederland.”

Bloyd verklaart de titel: “De wereld lijkt steeds meer een gevangenis te worden. Overal hangen camera’s en word je in de gaten gehouden. En mensen kiezen er ook voor om in hun eigen kooi te blijven. Wat wij in het westen vrijheid noemen bestaat eigenlijk uit gouden kooien. De samenleving wordt steeds meer verstard. Aanbevelingen worden regels en regels worden wetten. Zo kan je jezelf niet meer zijn.”

“Kijk, ik ben liefhebber van India, een van de oudste culturen ter wereld. Daar zie je gebruiken, zoals de bruidsschat, die ooit nodig was om te overleven. Maar nu zie je kinderen die worden uitgehuwelijkt, want hoe ouder, hoe duurder, hoe hoger de bruidsschat. Zo worden kinderen feitelijk verkracht en worden vrouwen handelswaar. Mensen maken bezit van elkaar en dat is de oorsprong van alle ellende. Je wordt bezit van je relatie, je werk of wat dan ook. Mensen lijken in een gevangenis terecht gekomen.”

Fotografisch kunstenaar

“Ik maak wel foto’s maar ik ben geen fotograaf. Het enige wat ik weet, is hoe ik moet kijken. Ik heb geen opleiding tot fotograaf gedaan maar heb veel geleerd van andere fotografen. Zo ben ik ben heel erg geïnspireerd door de Zwitser Robert Frank, een van de eerste fotografen die gebruik maakte van beeldrijm en beeldsequenties.”

“Ik maak verschil tussen fotograaf en fotografisch kunstenaar. Ik kijk als beeldend kunstenaar en onder de artiestennaam Bloyd krijgt het werk bezieling. Bloyd is geen aparte persoonlijkheid of zo, maar mijn privéleven is voor mezelf en ik wil onderscheid maken tussen mij zelf, de persoon Harry Schilder, en de artiest. Bloyd is een Amerikaanse achternaam. Het kwam gewoon een keer in me op. Je spreekt het makkelijk uit en is ook internationaal.”

Sinds de jaren ’80 publiceert Bloyd fotoboeken en gedichtenbundels. Daarnaast was hij klassiek gitarist en componist. “Ik heb nog een melodie voor het carillon bij het gemeentehuis van Soest gemaakt. ‘Oxymoron’ heet het.”

Harry kwam in Soest wonen toen hij nog op de lagere school zat. “In Soest heb ik zelf nog in de bibliotheek gewerkt. Later werd ik ontwerper railbeveiliging bij Arcadis. En ik ben jarenlang actief geweest in Filmhuis Artishock, en in de Blues en de Soos van Artishock. Op een gegeven moment ben ik in Gent gaan wonen maar daar kreeg ik geen baan.”

“Ik heb iets met het getal 3. Ik maak ook altijd maar drie afdrukken: één voor mezelf, één voor de koper en één voor exposities.” Bloyd is in alles veelzijdig, dus fotografeert hij ook van alles. In het boek en de expositie zien we de wereld, althans ‘some places’ daarin, en de mens, althans ‘some faces’ daarvan en we kijken ook naar de maatschappij, gevangen in de tijd, althans, ‘some seconds’ daarvan.

Meer van zijn werk is te zien op http://gallery.bloyd.eu/#!home. Boeken van Bloyd zijn ook verkrijgbaar bij de Soester uitgeverij Nieuwe Maan

Bloyd: Golden Cages – Some Places, Some Faces, Some Seconds in Time. Opening Expositie: zaterdag 5 mei om 20:00u. –  inloop vanaf 19:30u. Vanaf 20:30 is er JazzClub. Toegang gratis. De expositie is te zien tot en met 25 mei. Zie www.artishock-soest.nl voor meer informatie. Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maandag- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

152249214785728500_resized

 

Kosmos in olieverf – Willem Glaudemans

Kosmos in olieverf – Willem Glaudemans

In de serie ‘Kosmos’ worden de denker en de kunstenaar verenigd. De reeks WG_Kosmos1_ed_kleinschilderijen is te zien in Artishock gedurende de maand maart. De opening op de eerste zaterdag van de maand zal met klassieke pianomuziek en jazz worden omlijst.

Willem Glaudemans is bekend als levenscoach en schrijver: “Ik heb die kunstenaar altijd in me gehad, maar het werken voor andere mensen is mijn beroep geworden. Mijn missie is spirituele wijsheid overdragen. Maar ik kreeg al vroeg de geur van olieverf mee. Vooral via oudoom Wim. Hij woonde in zo’n oud huis met hoge plafonds en overal schilderijen. Tijdens de oorlog ruilde mijn vader, die zelf niet rookte, zijn tabaksbonnen tegen kunstwerken die oom Wim maakte. Dat was echt een cultuurmens. Toen ik Nederlands ging studeren kreeg ik een karrevracht aan boeken van hem mee.”

“Tijdens mijn studie in Utrecht stond het kunstenaarschap even op een laag pitje. Na een paar jaar ging ik naar vrije academie Artibus. Daar heb ik allerlei technieken geleerd, maar de olieverf is blijven hangen. Daar kan ik me het best in uitdrukken. Je kan er meer mee zeggen dan met acryl.”

Rembrandt’s verf

“Na mijn tijd bij Artibus kon ik bij toeval een partij pigmenten gratis overnemen, kleurstoffen om zelf olieverf te maken. Daar ben ik mee aan de gang gegaan. Toen heb ik ook een tijdje in de sfeer van Rembrandt gewerkt, maar technisch ging dat niet altijd goed. Nu zit ik weer in een Rembrandt periode. Ik heb les gehad bij het Rijksmuseum en een aantal van zijn zelfportretten nageschilderd om van te leren. Die man was geniaal, maar schilderde ook heel efficiënt. Hij liet een deel van de onderschildering gewoon staan. Binnenkort ga ik ook verf leren maken bij verfmolen De Kat. Ik ben op zoek naar die dikke, pasteuze verf die Rembrandt gebruikte. Ik weet dat hij meel in de verf gooide, maar daarmee ben je er nog niet.”

Hubble

“Ik was altijd al bezig met schepping en schreef daar ook over in het ‘Boek van de Universele Wetten, en leidraad voor bewust leven” (2015). In die tijd zag ik ook een boek

(tekst gaat verder onder de afbeelding)

Kosmos-serie-nr-2a-Sterrenpoort
Kosmos-serie-nr-2a-Sterrenpoort

met foto’s van de Hubble telescoop. Prachtig. Daar zit zo’n diepte in, letterlijk. Ik begon dat soort beelden te maken. Ze ontstonden eigenlijk gewoon.”

“Deze serie was ook een kentering in mijn beleving van schilderen. Eerst bedacht ik vooraf wat ik wilde schilderen. Nu liet ik dat wat ik aan het schilderen was, bepalen hoe ik verder ging. Het was voortborduren op wat zich aandient. Dat heeft eigenlijk ook weer geleid tot mijn boek. Het schrijven van dat boek en het schilderen van deze serie ging min of meer gelijk op.”

“Het leuke van dit soort werken is dat er geen horizon is. Ik kan het schilderij telkens draaien en verder werken. En je kan ook een onderdeel pakken en dat uitvergroten in een volgend schilderij. In de kosmos is elke vorm mogelijk. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Je bent daardoor totaal vrij in het schilderen. Het zit heel dicht bij het abstracte maar is toch realistisch. Je ziet het universum.”

“Technisch gezien is deze serie één geheel. Eerst zwarte acrylverf als ondergrond en dan met olieverf in doorzichtige laagjes verder – glacerend werken in doorzichtige laagjes. Er komen telkens kleuren bij maar je blijft de ondergrond zien. Zo krijg je die dieptewerking.”

In april verschijnt een nieuw boekvan me: “Boek van het scheppen.” Daarmee rond ik ook een serie boeken af, de Biblos-serie. Voor zover ik weet is ook de serie schilderijen afgerond. Maar het kan best zijn dat er nog één ontstaat.”

Meer van zijn werk is te zien en te lezen op www.willemglaudemans.nl

Kosmos, schilderijen van Willem Glaudemans, wordt geopend met een muzikale ‘reis door de sterren’ door twee jonge talenten. Sil speelt de muziek van de film ‘Interstellar’ en Myrthe ‘The Journey’ van Maroney.

Opening zaterdag 3 februari om 19:30u. Vanaf 20:30 is er JazzClub. Toegang gratis. De expositie is te zien tot 23 maart tijdens activiteiten (zie http://www.artishock-soest.nl). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

WG_Kosmos1_ed_klein

Metamorfoses en Emoties in overzichtstentoonstelling Ton van Gennip

Metamorfoses en Emoties in overzichtstentoonstelling Ton van Gennip

In februari exposeert Ton van Gennip in Artishock. Ton maakt kleurige schilderijen in zijn “strijd om het positieve te behouden.” In zijn schilderijen lukt dat zeker.

Ton van Gennip: “Ik zat met een burn-out als cultureel werker en kort na elkaar overleden mijn twee boers. Toen ben ik eind 1995 gaan schilderen. Dat ging eigenlijk vanzelf. Ik had geen basis voor de olieverftechniek maar kon wel tekenen. Dat zit ook in de familie. Een broer van mij heeft op de Kunstacademie gezeten en mijn zus als grafisch ontwerpster ook.”

“Ik begon als kopiist, het kopiëren van werken die ik interessant vond: Dalí, Van Gogh, Kadinsky, Hockney…studies, om te ontdekken hoe zo’n schilderij in elkaar steekt. Met een bewerking van het schilderij ‘Strijdende Vormen’ van Franz Marc (1880-1916) naar een schilderij met de titel ‘Innerlijke Strijd’ ontdekte Ton zijn eigen thematiek.

Emoties

Ton van Gennip
Ton van Gennip in atelier

“Dat schilderen ging zo goed dat mijn zus zei: Je moet ermee doorgaan. We hebben samen een project ontwikkeld over emoties. Zij maakte digitale kunstwerken en ik een serie olieverfschilderijen Daarmee hebben we ook in Italië, waar mijn zus vaak woonde, geëxposeerd. Een bijna biografisch project van onze ervaringen op gebied van verlies.”

Ton maakt verzorgde schilderijen met veel kracht en kleur. Toch noemt hij als belangrijkste thema’s “vergankelijkheid en emotie. Ik heb er veel mee te maken gehad en op deze manier komt er dan wat moois uit. Dit schilderij bij voorbeeld, ‘Angst’, uit het tienluik ‘Emoties.’ Abstracte vormen, maar je ziet eigenlijk een verrotte citroen van heel dichtbij genomen met macro lens. Deze serie heb ik nu gerestaureerd, dat wil zeggen: sommigen wat minder, andere behoorlijk veranderd.”

“Daardoor ben ik ook gaan zoeken naar andere aspecten van vergankelijkheid, naar het proces van groei en het vergaan ervan. Beelden van dat proces fotografeer ik, vergroot ik, en schilder ze op groot doek zodat vaak een mystiek beeld ontstaat.”

‘Metamorfoses’

“Voor het project Metamorfoses 1-2-3-4-5 heb ik bij voorbeeld het vergaan van een aardappel gevolgd. Met macro-foto’s zie dan heel aparte vormen en kleuren.”

“Ik ben wel heel productief geweest maar heb ook slechte tijden gehad. In 2014 overleed mijn zus plotseling. We hadden plannen om meerdere projecten te gaan ontwikkelen. Ik heb daardoor een tijd niet kunnen schilderen. In april 2016 heb ik toch weer de draad opgepakt.”

“Mijn stijl ontwikkelt zich nu naar het surrealistische vlak. Om deze stijl meer te perfectioneren ben ik toen begonnen bij Peter van Oostzanen met fijnschildertechniek. Nu ben ik bezig aan een hyperrealistische serie. Ik krijg steeds meer inzicht in het fijnschilderen om details heel ver door te voeren.”

Ton is nu 18 jaar bezig en was al eerder te zien bij verschillende groepstentoonstellingen. Ook heeft hij in die tijd heel wat werken verkocht en opdrachten gehad, maar “ik vind het zo leuk dat ik nou eens solo kan exposeren. En de ruimte van Artishock is op zich al zo mooi.”

Meer over het werk van Ton van Gennip is te zien op zijn site ‘toon-aard.nl‘.

Ton van Gennip’s Overzichtsexpositie wordt geopend door Peter van Oostzanen op zaterdag 3 februari om 20:00u. Zaal open: 19:30u. Vanaf 20:30 JazzClub: Willem Romers Trio. Toegang gratis.

De kunstenaar is ook aanwezig op zondagmiddag 11 februari bij de sessie voor (semi-)professionele jazzmusici. De expositie is te zien tot 26 februari tijdens activiteiten (zie http://www.artishock-soest.nl). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Philip Westera: “Ik kies voor Pan” – of: De mythologische Rolling Stones

Philip Westera: “Ik kies voor Pan” – of: De mythologische Rolling Stones

Deze maand exposeert Amersfoortse schilder Philip Westera in Artishock met abstract expressionistisch werk. Ook neemt hij deel aan het gesprek rond de filmPhilip Westera met Draw Back ‘Basquiat’.

Jean-Michel Basquiat had als neo-expressionistisch schilder in de jaren ’80 een korte, turbulente carrière voor hij overleed op 27-jarige leeftijd. Jan Hazelaar en Ali van den Berg (Beeldentuin; Kunststichting Hazart) hebben als gastprogrammeurs de film over zijn leven uitgezocht. Artishock Galerij vond Philip Westera bereid zijn werken – “vrijwel allemaal uit de afgelopen vijf jaar” – te exposeren.

Zeker in dit jubileumjaar gaan in Cultureel Podium Artishock verschillende kunstvormen een samenwerking aan. In november pakt het filmhuis uit met enkele bijzondere initiatieven, waaronder Harten 5. Vijf mensen uit de Soester samenleving mogen een film uitkiezen en lichten hun keuze toe. De expositie van multi-kunstenaar Philip Westera sluit bij aan bij de filmkeuze van Kunststichting Hazart.

Spelen voor volwassenen

“Waarom is het abstract-expressionistisch?” begint Philip uit zichzelf. “Dat heeft ook met muziek te maken. Als ik op het podium sta probeer ik mensen te bereiken met wat ik uit. Dat is expressie, iets doen. Er is een wisselwerking tussen publiek en instrument. Maar voor muziek zijn weinig woorden, of beelden – het gaat door de lucht en verdwijnt. Dat is heel abstract.”

Philip schilderij2Schilder-beeldhouwer-bard-bassist Philip Westera is “liever filosoof van het platteland dan beroemd kunstenaar…Ik pretendeer niet heel moeilijke dingen te maken. Ik probeer tot een soort zen-boeddhistische leegheid te komen waarin je bijna onbewust werkt in het hier en nu. Het schilderij wordt een weerslag van het moment, het vastleggen van een toestand, zoals in de fotografie.”

“Wat ik doe is spelen voor volwassenen. Die manier van werken is niet nieuw. Het begon eigenlijk al 100 jaar geleden, na de Eerste Wereldoorlog, en werd groot in de jaren vijftig, met Jackson Pollock in Amerika en Nederlanders als Karel Appel en Lucebert, die ik erg bewonder. In de jaren ’80 was er weer een opleving.”

Nu is die richting niet populair. Philip: “In Duitsland wordt het nog steeds als echte kunst gezien. In Nederland is alles nu heel conceptueel en bestaat kunst alleen als toeristische attractie. Mondriaan zou zich omdraaien in zijn graf, als hij wist hoe er nu met hem wordt omgegaan. Hier vragen mensen vaak: kan je daarvan leven? Nou, zeg ik dan, ik ben niet dood. Maar zonder de kunst was ik misschien wel dood geweest. Het geeft me de kans alles van me af te gooien.”

“Daarnaast is er ook altijd de muziek. Ik heb van alles gespeeld, maar de bas is mijn belangrijkste instrument. Ik heb een dansband gehad, maar ben nu meer met jazz bezig en speel in jamsessies. En ik treed op als bard: liedjes zingen met de gitaar – vertaalde liedjes, bekende songs en ook zelfgeschreven werk. Ik schrijf vanuit m’n gevoel. De tekst moet er in één keer uit. En als het me dan drie keer echt aangrijpt tijdens het spelen is het goed. Maar er is er in Nederland maar één iemand die dat echt goed kon: Annie M.G. Schmidt. Bij de opening zal ik ook een paar liedjes spelen.”

De mythologische Rolling Stones

Philip volgde de beeldhouwrichting van de Utrechtse kunstacademie. “Op de HKU heb ik niet echt leren beeldhouwen. Na de academie wilde ik het echte werk leren. Daarmee ben ik vreselijk op mijn bek gegaan. Ik verschoot al mijn kruit voordat het echte leven begon en raakte in een depressie. Beeldhouwen kon ik al wel, dus ben ik gaan schilderen. Dat is voor mij een worsteling maar ik wilde het doen omdat ik het niet kan. Het moet een uitdaging blijven. Dat heeft ook iets met mijn vader te maken. Ik ben kritisch opgevoed: het is niet gauw goed. Mijn vader kon ook goed schilderen, dus deed hij het maar weinig. Hij vond zichzelf een technicus. Hij kon maken wat hij wilde met zijn handen.”

Philip schilderij Fallen Angel“Sommige werken zijn echt abstract. Dan ben ik vaak gewoon op tijd ermee gestopt. Als beeldhouwer heb ik nog steeds vormdwang. Ik probeer de verf spontaan te laten werken, maar zie onvermijdelijk vormen die ik benadruk. Toch, als ik iets gemaakt heb, zit ik nog dagen te bedenken wat het is. Van deze – ‘Draw Back’– weet ik na bijna een jaar nog niet waar het over gaat. Er zit een pornografisch tikje in maar dat is niet zo leesbaar, dus ik vind het wel toonbaar.”

“Van deze wist ik na zes weken dat het de bosgod Pan was. In de mythologie bestaat het verhaal dat hij en oppergod Apollo een wedstrijd deden wie de beste muziek kon maken. Pan maakte mooiere muziek, maar Apollo won. De gevestigde macht kreeg erkenning, de halfgod Pan niet. Dat is een beetje zoals The Rolling Stones en het begin van de popcultuur. Dat soort bands ging op een spontane manier tegen de stroom in. Maar die spontaniteit was zo sterk dat het de mensen betoverde. Als in De rattenvanger van Hamelen gingen ze erachter aan. De tegencultuur werd zo zelf een machtsfactor en Apollo, de zittende macht, moet daarmee om zien te gaan.”

“Dat is een thema in mijn leven en mijn werk. Ik voel me niet zo verbonden met succesverhalen. Erkenning hangt altijd samen met een groepsbelang. Ik probeer de schoonheid die ik zelf mooi vind te verbeelden. Sommigen vinden het wat teveel van het goede, of teveel van het lelijke. Ik ben onbeheerst. Ik geloof niet zo in de beheersing van mensen. Ik kies voor Pan, de miskende halfgod. Wat ik zeg is vrij en ik ben vrij om te doen wat ik wil.”

“Sinds een jaar of vijf ben ik ook weer aan het beeldhouwen. Dat is heel veel werk, maar ik voel geen druk meer om daar een carrière van te maken. Ik geloof ook niet in zoiets als cultureel ondernemerschap. Als thema voor de discussie na de film stel ik dan ook de vraag: kan en mag een kunstenaar helemaal uit zichzelf werken, zonder engagement?”

uitnodigingPhilipWestera

Zie ook: vormforum.nl (Philip Westera) en hazart.nl.

Philip werkt ook als beheerder op Cultuurboerderij Nieuwe Erven in Amersfoort.

De expositie van Philip Westera wordt geopend op zaterdag 4 november. De zaal is open vanaf 19:30u. Philip zal dan ook optreden als bard (singer/songwriter). De opening wordt mede opgeluisterd door Jan Hazelaar en Ali v.d. Berg van Kunststichting Hazart. Vanaf 20:30 JazzClub. Toegang gratis.

De expositie is te zien tot 24 november tijdens activiteiten (zie artishock-soest.nl ). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Zondag 12 november: film ‘Basquiat’ – 19:30u. Kassa open: 19:00u. Voor de film is er een kort interview met de gastprogrammeurs. Na afloop is er een nabespreking met zowel kunstenaar als gastprogrammeurs. Entree € 7,50 / leden € 5,50; Passe Partout 5 avonden € 32,50 / leden € 22,50. Zie artishock-soest.nl voor het complete programma

Hanz-Art hangt in De Speeldoos

Hanz-Art hangt in De Speeldoos

Sinds dit seizoen verzorgt Cultureel Podium Artishock de exposities in de openbare ruimte van theater De Speeldoos. Deze weken is daar, tot 8 november, het werk van kunstenaar Hanz-Art te zien. Hanz-Art, Hanz voor intimi (inderdaad, met een z) noemt zichzelf liefst ‘Artoonist.’

Zelfportret van Hanz-Art
Zelfportret van Hanz-Art

Deze Baarnse kunstenaar is een kleurrijke verschijning, met zijn kleding van Victoriaanse snit en bijpassende baard met krulsnor. Zijn schilderijen zijn ook kleurrijk. Zijn werk bevat veel humor maar hij gaat zware onderwerpen niet uit de weg.

Hanz-Art: “In De Speeldoos komt ook wel zwaar werk te hangen, qua gewicht ook, als het lukt. Kunst mag ook confronterend zijn, vind ik. Het hoeft niet alleen gezellig te zijn. Het wordt een soort bloemlezing uit al mijn periodes, met cartoons en impressies, maar ook Eemgezichtjes – landschappen dus.”

Hanz-Art is vaste gast bij Tekenclub Artishock in Soest. Daar studeert hij modeltekenen. Ook is hij bij diverse gelegenheden actief als karikaturist. Daarnaast is hij actief betrokken bij Kunsthuis het Koetshuis in Baarn. Ondanks zijn expressiviteit en jarenlange ervaring is hij erg bescheiden over zijn vrije werk. De expositie in De Speeldoos in dan ook zijn eerste solotentoonstelling.

Artoonist

Hanz-Art zegt: “Ik omschrijf mijzelf het liefst als Artoonist. Ik las deze term in zo’n wegwerpkrantje dat ik in de trein had gevonden. Een kunstenaar, van wie een schilderij getoond werd, noemde zijn stijl zo. Zijn werk beviel mij en deed me denken aan mijn eigen werk. Sindsdien leen ik deze term met plezier. Een Artoon is een kleurrijk en illustratief geschilderde kritiek. Geen tekening zoals een cartoon, maar een schilderij waarin het onderwerp op humoristisch-kunstzinnige wijze wordt verbeeld.”

flyer Hanz-Art“Ik ben als het ware met een potlood in mijn hand geboren. Als autodidact heb ik een ruime ervaring opgedaan in tien jaar schilderen op muren, doeken en panelen. Ik heb illustraties gemaakt, kaarten ontworpen, en natuurlijk veel karikaturen getekend. En ik begeleid workshops. Mijn kleurrijke, illustratieve stijl leent zich uitermate goed voor kinder- en babykamers, of bij voorbeeld snoezelruimten.”

“Mijn verhaal staat te lezen op mijn doeken. Ik heb zo alweer genoeg gepraat over mijzelf. Kom vooral kijken.”

Hanz-Art exposeert – te zien tot 7 november in theater De Speeldoos, Rembrandtlaan 35, 3741 TA Baarn. De expositie is tot 7 november a.s. te zien in de gangen van het theater tijdens de openingstijden: op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur, in de avond en in het weekend tijdens theatervoorstellingen en andere activiteiten. Adres: Rembrandtlaan 35, 3741 TA Baarn. Website van de kunstenaar: www.hanz-art.nl.

 

HanzArt in Actie
Hanz-Art in actie met een landschap

Saskia van Dorresteyn: “Bestaat de maan wel als niemand kijkt”

Saskia van Dorresteyn: “Bestaat de maan wel als niemand kijkt”

In de maand september presenteert Galerij Artishock een overzichtstentoonstelling van Saskia van Dorresteyn. Overdag werkt ze in de schoenenzaak met haar naam op de Van Weedestraat. ’s Nachts schildert ze thuis in de woonkamer, altijd met muziek. Soms werkt ze aan drie schilderijen tegelijk, soms schildert ze op leer, soms ook met leer. Niet zo gek, als je bent “geboren in een schoenendoosje.”

“Die muziek heeft geen invloed op het schilderen. Ik luister van alles – als het maar niet te langzaam is, dan gaat het niet. Maar ik luister niet bewust. Ik schilder ook niet bewust. In mijn hoofd ben ik bezig met alledaagse dingen terwijl mijn handen het werk doen en ik de tijd vergeet. Soms word ik ’s morgens wakker en ben zelf gewoon benieuwd naar wat het is geworden.”

Alhoewel Saskia van Dorresteyn herkenbare mensen en gebouwen schildert zit er altijd een surrealistische twist in haar werk.

Niet op internet

saskia van dorresteyn schilderij 48 gezichten“Nu ben ik hier mee bezig: een doek met een vrouw en 48 gezichten die overlopen in haar ogen en tranen. Vroeger werkte ik heel realistisch. Dat werd op de Kunstacademie afgeleerd. Ik moest met brede kwasten werken en abstract. Maar daar ben ik niet zo van.”

“Ik heb een ‘knutselboek’ , kijk: schetsen van mensen in allerlei houdingen, ogen, anatomische studies, een stukje metaal dat ik vond… en veel citaten. Ik lees heel veel maar niet op internet, daar doe ik niet aan. Ik zie wel van alles wat anderen niet zien, gewoon als ik buiten loop, of rij op mijn paard of motor. Dat hoef ik niet te schetsen. Een mooie lucht komt wel terug in het schilderij.”

“Soms ik ben ik wel drie doeken tegelijk aan het schilderen, maar allemaal verschillend. Ik maak geen series. Wel zie ik dat ik doorga op persoonlijke thema’s zoals het ongrijpbare van het leven. Het is toch vreemd, hoe we hier op Aarde terecht zijn gekomen in een onmetelijk groot heelal? Toch, als ik schilder heb ik geen andere instelling, geen ander leven, dan in de zaak.”

Leer

“Ik ben natuurlijk geboren in een schoenendoosje. Mijn opa had al in 1926 een schoenmakerij aan de Korte Brinkweg. Toen hij plots overleed, nam mijn vader op vijftienjarige leeftijd de zaak over en bouwde het uit. Halverwege de jaren zeventig verhuisde de zaak naar de Van Weedestraat. Nu werk ik samen met mijn broer en zus in een familiebedrijf met drie winkels. Ooit zeiden we alle drie: ‘we gaan nooit de schoenen in.’”

“Maar hoe gaat dat? Na de Kunstacademie begon ik bij een reclame- en ontwerpbureau. Maar ik paste niet bij de mentaliteit in dat wereldje. Toen begon ik voor mezelf en zat de hele dag in pyjama achter de pc. Ik zag niemand, vandaar dat ik in de weekends in de winkel ben gaan werken, en later helemaal. Ik krijg er energie van, maar dat geldt voor alles wat ik doe.”

“Ik had een portret van mijn vader geschilderd op leer. Dat veranderde in de loop der tijd, het portret krijgt steeds meer craquelé en de pigmenten van het looien komen door de verf heen door de veroudering van het leer. Zo kwam ik op het idee wat anders te doen met leer. Ik heb laarzen beschilderd en jasjes. Die zijn ook op de opening te zien, met andere beschilderde objecten. En deze gaat ook zeker mee: een portret uit duizenden kleine rondjes leer. Je herkent het pas als je aan de andere kant van de kamer staat.”

saskia van dorresteyn schilderijen rogier

“Mensen hebben soms hele verhalen bij mijn schilderijen. Dat heb ikzelf niet maar ik vind het mooi hoe mensen reageren. Het is ook een fijn idee dat, als ik dood ben, mijn ideeën en gevoelens in mijn schilderijen zichtbaar blijven. Soms zit er ook niet zoveel achter.”

“Wat het moet kosten? Ik verkoop liever niet. Maar vragen staat vrij, als mensen maar niet over de kleur van het bankstel erbij beginnen.”

De expositie ‘Bestaat de maan wel als niemand kijkt…’ wordt geopend op zaterdag 2 september, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub met Rosamint Faas. Toegang gratis. De expositie is te zien tot 22 september tijdens activiteiten (zie http://www.artishock-soest.nl). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354. 

 

Tubien: Het volle hoofd op reis

Achteraf moest ik aan David Bowie denken. Dat komt wel vaker voor als het over kunst in het algemeen gaat, maar niet direct in relatie met een kunstenaar die ik net heb gesproken. In de documentaire Five Years – the making of an icon omschrijft David Bowie zichzelf als verzamelaar van personages en ideeën. Volgens mij zit hij in dezelfde documentaire op de achterbank van een limousine als hem wordt gevraagd hoe hij muziek schrijft. Hij zegt dan, vrij geciteerd: je neemt een idee, doet het in een rock and roll mixer, add some genius en dat is het wel.

Bowie gebruikt rock and roll maar er zijn onlosmakelijk andere disciplines nodig zoals Tubientheater, film, en mode om het af te maken. Kunstenaar Tubien van Wulften werkt ook op een dergelijke manier met fotografie als uitgangspunt.

Tubien: “Ik ben altijd heel creatief geweest. Na de middelbare school wilde ik ook de kunstacademie doen. Uiteindelijk ben ik toch naar de PABO gegaan. Niet daar, maar in die tijd, deed ik een cursus fotografie en dat klikte. Zo heb ik mijn medium gevonden. De PABO heb ik nog wel afgemaakt maar ik ben nooit schooljuf geweest. Met geleend geld heb ik daarna de Amsterdamse Fotoacademie gedaan. Fotografie is de basis maar ik moet er altijd nog iets mee doen. Daarom noem ik mezelf liever kunstenaar.”

Op reis

“Ik ben net terug van twee maanden solo backpacken door Azië. Dat was fantastisch. Maar het was ook de tijd dat Trump gekozen werd als president van de VS. Ik was die dag in Lombok. Met een gezelschap zaten we op een uitzichtpunt: een grasveld op de kliffen boven de zee. De natuur, het uitzicht en het geluid, het was onwaarschijnlijk mooi en tegelijkertijd had ik het gevoel ‘Jezus, alles gaat naar de tering.’ Van daaruit ben ik deze nieuwe serie begonnen met militaire objecten op een onschuldig landschap.”

“Op reis merk je aan alles dat de wereld kapot aan het gaan is. Daarom ging ik ook eigenlijk – aapjes kijken. In Indonesië sterven de Orang Oetangs uit omdat het regenwoud verdwijnt om plaats te maken voor palmboomplantages. Ik heb ze gezien, die eindeloze plantages. En ook Orang Oetangs, ons hostel zat vlak bij een opvang waar ze kunnen komen om te eten. Bij voedertijden zag ik er wel vijf of tien. Maar is dat nu ‘in het wild’? Dat dit nodig is voor ze om te overleven. Diep triest.”

Polaroid

Tubien_OtherMes2“Het is zo makkelijk om je ogen te sluiten. Ik hoop met dit project een steentje bij te dragen aan het besef dat het om de aarde gaat…en de frustratie te delen dat we er niks aan doen dat die kapot gaat. Nu ben ik aan het spelen met militaire objecten op een onschuldig landschap.”

Tubien gebruikt fotografie als uitgangspunt en zoekt naarstig andere ‘lagen’ om zich volledig uit te kunnen drukken. “Zo verwerk ik er gevoelens en een visie in die ik normaal niet zo kan uiten. Ik vind het ook belangrijk verschillende facetten weer te geven. Ik heb altijd een digitaal cameraatje bij me maar dat is niet mijn eindresultaat. Die is voor mooie plaatjes ter herinnering. Met mijn Polaroid ben ik meer bezig kunst te maken.”

“Ik heb ook nog een analoge camera maar die pak ik niet zo snel. Daar kan ik niet zo mee spelen. Polaroid is voor mij de leukste manier. Polaroidfoto’s zijn altijd een cadeautje. Het is basale fotografie: wat doet het licht? Hier zit een streep op, daar heb ik dubbele beelden – hoezo verkeerd? Ik scan ze, maak uitsnedes en combineer. Fotografie is heel pietluttig maar het moet ook een spel blijven. Het toeval moet een rol blijven spelen.”

“In de fotografie snappen ze die manier van werken niet zo. Het is mixed media maar wel met fotografie als uitgangspunt. En het is storytelling maar dan zonder begin of eind. Het is een soort collage, maar collage is een rotwoord. Dat doet denken aan oma die ook eens creatief is met schaar en plaksel. Het gaat mij om een extra laag waarmee ik een visie wil meegeven. Ik wil ook mijn eigen struggle laten zien, de andere kant van mij die je normaal niet ziet.”

Ruimte

Ik: “Je kan met fotografie alle kanten op. Wat ontbreekt er aan dat medium?”

Tubien: “Het lijkt te echt. Daarom moet er een analoge laag in. Dat kan met verf of geschreven teksten, maar die analoge bewerking staat voor mijn fantasie.”

Een foto is ‘echt’ maar ontastbaar. Ook als je het met Photoshop bewerkt blijft het beeld nog ontastbaar, het blijft teveel in je hoofd zitten. Als ik er graffiti in verwerk wordt het al meer tastbare werkelijkheid. Het is ook zo dat ik iets uit mijn hoofd tastbaar wil maken. Maar op zo’n manier dat je weet dat het nep is. Dat is de grens waarop ik werk: aantonen dat de werkelijkheid niet tastbaar is, en de fantasie, de gedachtewereld, wel.”

Gezien het streven iets tastbaars te maken is het niet vreemd dat Tubien ook installaties maakt: “Eigenlijk wil ik elementen apart ontwikkelen en die in een ruimte laten communiceren. Dat heb ik gedaan voor een video-installatie. Een andere beeldinstallatie, “The Other Me’s”, is een onderzoek naar de vraag ‘Wie ben ik?’ Iedereen heeft verschillende personages in zich. Als jij denkt dat je een open persoon bent of een krijger, of wat dan ook, is dat een deel van jezelf. En het is vaak een keuze of je dat personage naar buiten laat.”

“Toen ik daarmee aan het werk ging werd het ook een onderzoek naar materiaal: wie word ik met verf, Photoshop etcetera? Iedereen heeft van huis-uit een blauwdruk meegekregen, maar je hebt ook alle andere facetten in je. Zo gaat het onderzoek heel erg over mij, maar is het ook universeler. Iedereen is hetzelfde en iedereen is uniek.”

Ubien_OtherMes1

Website: Tubien, Artist with Camera Instagram: @Tubien

Illustraties: The Other Me’s, details.

Interview d.d. 27JAN2017 @ Tubien’s Studio

slaapstede

slaapstede

 

Doe het raam in mijn kruin

dicht en laat de luxaflex

neer voor mijn gezicht

in het venster op zolder

 

Hang het kleed over de kooi

waar mijn stem tegen tralies fladdert

en doe buiten mijn blinden,

met die hartjes, toe.

 

Vergrendel het luik van de keldertrap

die steil mijn koele buik indaalt.

Laat gordijnen zich draperen

over de erker van mijn middel

 

en knip al het licht

in huis uit.

Hier is de sleutel, sluit me

af voor de nacht.

 

slaapstede_20170609_def

 

Palescue 15.VIII./30.X. ’16

Gewijzigd 8/9 VI.’17 tgv EO Radio 5; uitzending ‘Thuis op 5’ dd 09.VI

Roodharigen en meer – 25 Portretfoto’s in Artishock

Roodharigen en meer – 25 Portretfoto’s in Artishock

De expositie in Artishock bestaat komende maand uit 25 portretten. Modelfotografie is een specialiteit van Fokke de Boer: “Ik maak ook theaterfotografie en landschappen. Zo’n landschap is prachtig, maar wat doe je ermee? Bij modellen doe je het altijd voor iemand. Degene die op de foto staat wil hem altijd graag hebben.”

FotoFokke_1
Fotograaf Fokke de Boer bij werk waar ook zijn partner Ennadien Blink aan bij heeft gedragen (foto: Cees Paul)

Fokke de Boer is eigenlijk chemicus. Na een tijd bij het RIVM te hebben gewerkt is hij op zijn 50e het onderwijs in gegaan. Als kind was hij al in de doka van zijn vader bezig. Toen hij ging studeren kocht hij een tweedehands Praktika spiegelreflexcamera. Later stapte hij over op Canon camera’s, een merk wat hij ook digitaal trouw is gebleven, al is het maar omdat de lenzen dan mee kunnen verhuizen naar een nieuwe camera.

Fokke vertelt: “Modelfotografie vond ik tijdens mijn studie al leuk, dus daar heb ik me in verdiept. Later ging ik er meer tijd aan besteden. Ik had wel een opleiding voor landschapsfotografie gedaan, maar dan ben je erg afhankelijk van tijd en licht. Dat is lastig als je een vaste baan hebt. Een model in de studio is onafhankelijk van tijdstip en sfeer. Die maak je zelf. Meestal maken we samen een verhaal of een sfeerplaatje als basis voor de fotoserie.”

“Toen Ennadien [Blink, de partner van Fokke] in beeld kwam, ben ik haar theatervoorstellingen gaan fotograferen. Het leuke is dat we elkaar nu beïnvloeden. Een paar van de werken in Artishock zijn foto’s die zij als schilderes heeft bewerkt. Ennadien vult aan: “Ik vind het mooi dat ik dat mag doen. En hij doet het licht bij mijn voorstellingen en helpt me met alles. Vaak gaat hij mee zodat ik in de auto een tukje kan doen.”

Techniek

Toen internet nog in de kinderschoenen stond ontdekte Fokke DutchHeaven, een forum voor modellen, visagisten en fotografen. “Voor die tijd was het lastig om aan modellen te komen. Ik ben ook nog moderator geweest van een andere, soortgelijke site die ook niet meer bestaat. Die functie is overgenomen door Facebook, al mist dat de diepgang die een forum kan bieden.”

“Ruim 10 jaar ben ik nu serieus digitaal aan het fotograferen. Daarvoor vond ik de camera’s niet goed genoeg, maar verdiepte ik me al wel in Photoshop. Ik heb ook een tijdje geluidsopnames gemaakt van klassieke concerten. De combinatie van techniek en iets artistieks spreekt me aan.”

Op de site van Fokke de Boer (www.fotofokke.nl) kunt u een indruk krijgen van zijn werk.

De expositie ‘Roodharigen en meer’ wordt geopend op zaterdag 3 juni, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub. Toegang gratis.

De expositie is te zien tot 30 juni tijdens activiteiten (zie http://www.artishock-soest.nl). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Artishock_Expositie_Juni2017-001
Dia filmvoorstelling door Mayke Brands (studiorenm.nl)

Tactiel Textiel in Tilburg – Kloppende Testikels en Kruikengezijk

Tactiel Textiel in Tilburg – Kloppende Testikels en Kruikengezijk

Tilburg is een prachtige stad. Zeldzaam lelijk. Ik zag er laatst dingen die ik nog nooit gezien had. Kunst en vakmanschap wat ik niet voor mogelijk had gehouden. Bij voorbeeld textiel wat zelf tactiel wordt.

IMG_20170303_134403306_HDRTilburg dus, met meer dan 200.000 inwoners toch mooi de zesde stad van Nederland. Het is een redelijk jonge stad en toch al ouder dan bij voorbeeld Eindhoven, wat pas in de twintigste eeuw tot wasdom kwam. De oudste gebouwen die ik in Tilburg zag zijn negentiende-eeuws. Toch wonen er al elfduizend jaar mensen.

Tilburg werd in 1809 officieel stad dankzij de Franse koning Lodewijk Napoleon Bonaparte (de neef van -). Koning Willy II liet er een paleis bouwen waar hij nooit gewoond heeft wegens doodgaan en Koning Willy van Max vierde er zijn 50e verjaardag en heeft dat overleefd. Er schijnt ook hevig carnaval te heersen in de Kruikenstad, maar daar weet ik niets van.

Tilburg is gegroeid uit een klont ‘herdgangen’ waar schapen doorheen liepen. Het was dan ook tot diep in de twintigste eeuw een centrum voor de textielindustrie.

Damast

Ik was er onlangs om boeken te brengen en nog iets minder onlangs bezocht ik toevallig het textielmuseum. Inmiddels heb ik daar ook op gestemd als winnaar van de Museumprijs voor Mode en Design van de BankGiro Loterij. Op de andere twee musea kan je ook nog stemmen. Je kan er een reis naar new York mee winnen. Eigenlijk is museum Boymans mijn favoriete museum, sowieso, maar dat lijkt me al bekend genoeg. De andere kandidaat  is het stedelijk van Den Bosch. Dat is het meest gespecialiseerd in design en lijkt me daardoor het minst interessant.

Het textielmuseum in Tilburg is een gecombineerd museum. Je ziet de historische
fabriek in werking: het proces van schaap naar draad en wollen deken met behulp van de stoommachine. Maar je kan er ook zelf aan de slag in het TextielLab. Bovendien kan je er je damasten servetten laten reinigen. Je kan het er ook kopen. Een tafel is pas gepast met zilver en damast, zeg ik altijd maar.

Gepotel

Als het over textiel gaat, valt al gauw het woord ‘tactiel’: de ervaring van het voelen is belangrijk voor de beoordeling van textiel. Het moet immers ook lekker zitten. Textiele voorwerpen zijn daarnaast nogal kwetsbaar, het slijt natuurlijk van al dat gepotel. Dat is voor een textielmuseum natuurlijk een dilemma. Gelukkig is er ook een materiaalkast waar je kan voelen aan allerlei vormen van textiel.

Maar, over de kunst. Textiel is meestal een zogenaamde toegepaste kunst. In de haute couture wordt het een autonome kunst, maar dan blijft de textiel het medium. Voor mijzelf was het bezoek aan Tilburg een eerste kennismaking met textiel als autonome kunstvorm.

IMG_20170303_125058689_HDR‘Leuke lamp, overigens’

In de permanente expositie zijn slimme, mooie en artistieke toepassingen te zien, en objecten die er zo’n beetje tussenin zitten. Zo zag ik een prachtige lamp van glasdraden waar licht door stroomde. En nog veel meer moois zag ik.

In de tijdelijke tentoonstelling ‘Rafelranden van Schoonheid’ is werk te zien van vier kunstenaars. Allemaal prachtig en autonoom: eigenzinnig gebruik van materialen door Nan Groot Antink. Voor het verfproces maakte ze gebruik van urine, geïnspireerd door de originele Tilburgse Kruikenzijkers, fabrieksarbeiders die met hun urinekruiken over straat liepen. We zagen ook grote, bizarre vormen van Tanja Smeets die als schimmel in de ruimte lijken te zijn gegroeid en een monumentaal soort schild van het duo Heringa/Van Kalsbeek. Er was ook een zaal met een vreemd soort filmbeelden. Fazinierend.

Stimulus

In de laatste zaal die ik inliep was het nogal donker. In vitrines hingen en lagen donkere voorwerpen. Het totaal heet ‘Stimulus’ en is gemaakt door Bart Hess. De inspiratie voor Hess was “de zachte puls van testikels”. Ik moest een beetje lachen, waarschijnlijk vanwege het ongemakkelijke gevoel dat ik kreeg. Plots bewoog een voorwerp in de vitrine naast me. Ik schrok me rot. Er hing een soort gerafelde leren zak die klopte, alsof er een hart in zat.

Ook de objecten in de andere twee vitrines reageerden op geluid. In dit werk wordt het textiel zelf dus tactiel. Autonomer textiel zal je niet gauw zien.

Helaas heb ik er geen foto’s van. Ga dus zelf even kijken. De tentoonstelling Rafelranden van Schoonheid is nog te zien tot 28 mei 2017.

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Meester en Leerling – fijnschilders uit Atelier Kunstkeuken in Artishock

Meester en Leerling – fijnschilders uit Atelier Kunstkeuken in Artishock

Komende maand exposeren in Artishock ruim twintig schilders. Allen zijn realistische Portret met hoed en penseelfijnschilders uit Atelier Kunstkeuken, het centrum voor beeldende vorming aan de Beckeringhstraat.  Mint Faas verzorgt er cursussen expressief en intuïtief schilderen. Peter van Oostzanen is van de afdeling realistisch fijnschilderen. Ook van hem zal tijdens de opening op zaterdag 1 april een nieuw schilderij onthuld worden.

‘Meesterschilder’ Peter van Oostzanen: “er komt werk van mensen die al acht jaar bij de Kunstkeuken zitten, maar ook van mensen die net zijn begonnen. Het zijn wel allemaal realistische schilderijen, gemaakt met olieverf.”

“Ik heb nu zo’n 60 leerlingen. Ze komen uit de weide omtrek om klassiek te leren
schilderen, en dan ook nog eens fijnschilderen. Dat wil niet zeggen dat je geen fantasie mag gebruiken. Zo is er een groeiende groep die fantasievoorstellingen maakt. Dat vind ik leuk, want dat doe ik zelf ook. Maar iedereen zoekt zijn eigen thema. Wat dat betreft zijn we minder traditioneel, we gaan niet met de hele groep dezelfde fruitschaal schilderen. Er zijn ook mensen die meer voor de gezelligheid komen en anderen met meer ambitie. In dat geval wordt het leerplan meer een coaching traject.”

Hollandse school

“Ik krijg ook mensen binnen van de kunstacademie. Dat is wel vreemd. Nederland heeft een grote naam maar die Hollandse school wordt niet meer onderwezen op de academies. Afgestudeerden komen hier om de traditionele technieken te leren. Als ik dat in het buitenland vertel vallen er wel monden open. Toen ik begon was realisme ook niet populair. Ik voelde me een buitenbeentje en dacht ook dat realistische kunst zou opgaan in video en conceptuele kunst. Het realisme is hier na de Tweede Wereldoorlog weggevaagd maar leeft nu weer op. De kaartjes zijn niet aan te slepen voor exposities met realistische kunst.

kunstkeuken2In Amerika en Oost-Europa is altijd een onderstroom van realisme gebleven, met traditionele onderwerpen. Nu zie je, ook in West-Europa, weer traditionele schilderkunst, maar dan met moderne thema’s. Mensen vinden ook het ambacht weer interessant. Dat zie ik ook bij cursisten. Het is leuk om zelf iets degelijks te maken wat langere tijd meegaat.”

Ontdekkingstocht

“De cursisten staan altijd versteld van wat ze zelf kunnen. Als hier iemand komt die landschappen wil schilderen, zeg ik “Kijk eens om je heen. Bomen zijn niet bruin.” Zo verandert je kijk op de wereld – en alles kan. Het is voor iedereen een ontdekkingstocht. Dat geldt ook voor mezelf. Een paar jaar geleden begon ik met het schilderen van gras. Ik wilde het gevoel overbrengen dat je er doorheen loopt als door de zee. Dat ontwikkel ik dan verder, want ook schildertechnisch is het heel interessant. Met gras worden de lijnen in de compositie vloeiender. De wind zit erin. En in het nieuwe schilderij hóór je, als het goed is, de wind en het tsjirpen van krekels.”

“Meester en leerling” van Atelier KunstKeuken opent zaterdag 1 april, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub. Te zien tot 28 april.

De expositie is te zien tijdens activiteiten (zie www.artishock-soest). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Don’t open the light door

Don’t open the light door

ErPeterVOostzanen_don_t_open_the_lightdoor_ca80x60cm

is gevlogen en geland

ontdekt en opgestegen

de piloot is ver geweest en

de hangar is duister

 

ver

tinkelt ijs en ongebroken glas

het licht hier wijst niet maar omhult

en wat nog vliegt

dooft niet in water uit

 

de

nacht zoemzingt hem tegemoet

de reiziger weet niet

of zijn droom nu uitkomt

of dat hij die voorbij is

 

hij

tast langs een muur tot een deur

naar buiten of binnen

weg van zijn kist die terug is

en nu wacht op aarde

 

de

drempel over gaat hij verder

en vindt weer vaste grond

tot eerst de muur verdwijnt

en dan de vloer

Palescue @ Peter v Oostzanen: ‘Don’t open the light door’ (conté) (tekst: bewerking van ‘Ruimte’) feb/mrt 2017

*Pictures @ an Exhibition*

*Pictures @ an Exhibition*
In het Artishock Jubileumjaar staat De Galerij deze maand in de spotlights met een tentoonstelling van diverse kunstenaars. Na een openingswoord door Rob Metz, burgemeester van Soest en Harm-Jan Luth, voorzitter van Artishock vindt een bijzonder concert plaats. Componist Henk Meutgeert heeft een aantal schilderijen voorzien van muziek.

henkmeutgeert_originalSinds jaar en dag opent Artishock elke eerste zaterdag van de maand een expositie. Doorgaans is dat met werk van één bepaalde schilder of fotograaf, soms is het een groep samenwerkende kunstenaars. Na de opening is er altijd Jazz Club waarbij, vaak gerenommeerde muzikanten in intieme setting een gratis optreden verzorgen.

Voor deze speciale opening worden beeldende kunst en muziek nog dichter bij elkaar gebracht. De inspiratie daarvoor komt ook van het klassieke muziekstuk ‘Pictures at an exhibition’ (Schilderijen op een tentoonstelling). Daarin vangt componist Mussorgsky een aantal schilderijen van een vriend van hem in muziek.

Verrassende onthulling bij exact 50 jaar

Componist Henk Meutgeert gebruikt voor de muzikale belichting van deze opening eigen composities naast bestaande standards en klassieke muziek, maar dan wel in een jazz uitvoering. Henk heeft zijn sporen verdiend in de klassieke muziek, pop en jazz. Zo is hij oprichter en dirigent van het Jazz Orkest van het Concertgebouw. In Artishock zal hij onder andere optreden met zangeres Rosamint Faas. Inmiddels woont en werkt zij in Amsterdam, maar ze komt uit Soest. Zowel Henk als Mint werken belangeloos mee aan dit evenement, evenals de beeldend kunstenaars.

Voor de samenstelling van de expositie werd gekeken naar het archief van solo-exposities die de afgelopen tien jaar in Artishock plaats vonden. Uit de kleine honderd kunstenaars brengen circa twintig kunstenaars nieuw werk aan. Coördinator van de werkgroep die de exposities voorbereid Cees Paul licht toe: “Op 4 maart is het op de kop af 50 jaar geleden dat de vereniging Artishock officieel werd opgericht. De tentoonstelling is geen best-of van de afgelopen halve eeuw. Daarvoor hebben we te weinig ruimte. Van onze werkgroep nam ieder een aantal jaar voor zijn rekening maar we kijken niet of nauwelijks terug. We lieten ons leiden door nieuwsgierigheid naar wat mensen nu maken. Tijdens de opening wordt ook een speciaal nieuw werk onthuld. Een cadeau aan de vereniging.”

De werkgroep Galerij Artishock kijkt niet alleen naar lokaal talent. Toch zijn er ook bekende Soester namen te zien zoals Peter van Oostzanen, Tjerk Reijinga en Lia Laimbock.

De speciale opening wordt uitgevoerd in de grote zaal, te midden van de kunstwerken. Daarna wordt het muzikale gedeelte van de avond voortgezet in de bar, waar Jazzstandards worden vertolkt door Rosamint Faas, met haar trio en Semmy Prinsen.

 1703jazzclubrosamintDe overzichtstentoonstelling met optreden opent zaterdag 4 maart, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub.

De toegang is gratis.

De expositie blijft hangen en is tot 24 maart te zien tijdens activiteiten (zie www.artishock-soest).

 

 

Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Foto rechtsboven: Henk Meutgeert

Foto links: Rosamint Faas

Foto onder: LP-hoes van Emerson, Lake & Palmer – Pictures at an exhibition (1972)

eml_pic-at-expo

Uitnodiging: Literair-muzikale zondagmiddag in Artishock

Uitnodiging: Literair-muzikale zondagmiddag in Artishock

Onlangs publiceerde de Soester dichter Palescue een bundel onder de titel “Weg is altijd ergens.” Zondagmiddag 11 december vindt in Artishock de presentatie plaats onder toeziend oog van Jan Visser, nestor van de plaatselijke dichtkunst. Daarnaast treedt de dichter op met twee muzikanten: Semmy Prinsen (saxofoon) en Kamal Hors (ud, arabische luit). Na de pauze kunnen aanwezigen eigen gedichten voordragen, of gedichten van anderen. Ook dan is er live muziek.

cpresentatie-1Semmy Prinsen, tenorsaxofonist, is bekend als jazzmuzikant en organisator. Hij is ook actief als DJ ‘Play it again Sem’. Met originele draaitafels uit de 40-er jaren draait hij 78 toeren platen vanuit een bakfiets. Kamal Hors is een professioneel muzikant, zanger en componist die vooral bekend is door zijn projecten met ensemble Windstreken, waarmee hij ook optrad in het  tv-programma Vrije Geluiden.

Jan Visser is medeoprichter van Artishock in 1967, de Stichting Literaire Activiteiten Soest (SLAS) en van het Cultuurplatform Soest. Van 1990 tot 1994 was hijwethouder van Ruimtelijke Ordening en Kunst. Bovendien publiceerde bij verschillende uitgeverijen tien poëziebundels.

Poëzonmuziekmiddag

De schrijversnaam Palescue is een anagram voor Cees Paul. Hij zegt: ”Natuurlijk vind ik het spannend om mijn eigen gedichten te presenteren. Maar ik ben vooral trots dat ik door die mooie muziek van Kamal en Semmy heen mag praten.”

palescue_polaroiddscf8821
Foto: Katja Sobrino

Wat heb je voor ogen met deze zondagmiddag vol poëzie en muziek?

“Een echte Poëzonmuziekmiddag, of is het Poëmidmuzondag? Ik hoop op een soort festivalsfeertje. Er komen in ieder geval een paar interessante gasten. Bassist Jeroen de Valk komt met gitarist Peter Smit muziek maken, en ook teksten voordragen. En helemaal vanuit Groningen komt Hubert Klaver een paar columns voorlezen. Die man is zó grappig. Wellicht ook dat de dorpsdichter, Kond le Bisck, acte de présence geeft. En er is ruimte voor iedereen die langs komt en wat wil voordragen.”

Waar gaat je dichtbundel over?

Palescue: “Het is een selectie. De ondertitel is dan ook: “Titel 2: Verzameling uit de gele ordner.” Die gele ordner is de tweede die ik heb gevuld. Inmiddels ben ik met de vierde bezig. Maar ik heb niet echt een vast thema. Het gaat soms letterlijk over Iets en Niets. Over van alles en nog niks. Poëzie is niet alleen een verhaal, het ook een kwestie van klank en ritme. Het is niet voor niets dat ik graag optreed met muziek.”

“Weg is altijd ergens Titel 2: Verzameling uit de gele ordner”  ISBN: 978-94-022-2944-8 Prijs: € 15,99 (inclusief verzendkosten) Te koop bij de presentatie en bij Cigo Peperzak (Van Weedestraat), Libris boekwinkel Van de Ven (Soest Zuid) en in de webwinkel van Uitgeverij Boekscout.

Artishock zondag 11 december, 15:00-17:00u., Steenhoffstraat 46a, Soest. Toegang gratis. Een bijdrage in de kosten wordt gewaardeerd.

Octade

Octade

Het interesseert misschien niemand ene reet, maar ik heb een nieuw gedicht gemaakt. En passant heb ik daarbij een nieuwe versvorm uitgevonden. De Octade, een binair poëem: 1 gedicht met 4 lettergrepen per regel waarbij twee gekoppelde regels worden verdubbeld tot vier per couplet.

(lees verder onder het gedicht)

Octade

Door de dagen
verder / terug
voor de dagen
uit en thuis

door de dagen
gaan en komen
voor de dagen
die nog resten

door de dagen
die nog slapen
voor de dagen
die ontwaken

door de nacht en
de dag ervoor
het dagen voor
en na de dag

door de dagen
voorbij de nacht
komt de droom langs
voor de dagen

door de dagen
maant het zonlicht
voor de dagen
het maanlicht aan

onder / tussen
vast geklonken
aan de kinken
in de kabel

alles beweegt:
wat stroomt staat vast
voor de nachten
door de dagen.

Palescue, september/oktober 2016

creëert een nieuwe versvorm:

In deze eerste octade worden acht verzen geplaatst met in totaal 128 lettergrepen, vier per regel. De regels zijn twee aan twee gekoppeld en vormen zo acht lettergrepen of één ‘byte’. Er zijn er twee per couplet. Het hele gedicht vormt dan 16 ‘byte’.

octade_20161021_2Een byte of octade is een ‘woord’ van acht bit, een combinatie van acht nullen en enen. Als we de, talige, lettergreep als binaire bit beschouwen, kan je zeggen dat in dit gedicht een stukje code is neergezet met twee tot de macht zeven lettergrepen (27= 128).

Met de standaard van acht bits per byte, zou het twee tot de macht acht 28 ofwel 256 lettergrepen worden. Dan zou het gedicht twee keer zo lang zijn en niet meer op één pagina (A4) passen, wat in de papieren wereld een soort natuurlijke grens is.

Het begon eigenlijk met het zinnetje ‘door de dagen.’ Dat spookte door mijn hoofd, vooral ’s nachts. Dan kon ik de slaap niet vatten en draaide het maar rond: “Dóór de dagen (één twee drie vier) / Vóór de dagen (één twee drie vier)…” Uiteindelijk schreef ik maar een paar associaties van vier lettergrepen op in klad. Van de week schreef ik ze in inkt en pixels om na wat puzzelen, strepen en bijschrijven tot deze tekst te komen.

De talige (on-)zinnen die er nu staan hebben, althans in mijn ogen, nog de schijn van een betekenis. De ‘ware betekenis’ van de code achter deze 16 byte aan 7-bits gecodeerde talige woorden is voor mij een raadsel. Je kan in principe elke letter terug vertalen naar hexadecimale bytes. De kans is groot dat er dan onzin uitkomt waar het systeem met een beetje mazzel van op tilt slaat: ***ERROR***

software_error

Uit Wikipedia:

Een byte is een binaire eenheid van informatie voor te stellen als een woord van een aaneengesloten rij van bits. De de facto standaard is dat een byte uit 8 bits bestaat. Het kan zijn dat vroeger, (jaren 60), er nog geen consensus was over de precieze definitie en ook verwarring met een (machine)woord ligt voor de hand. De moderne definitie van een byte is de kleinst rechtstreeks adresseerbare eenheid. Daarmee is de eenheid van informatie van een byte, hoewel tegenwoordig altijd 8 bits, afhankelijk van de gebruikte processorarchitectuur(hardware). ECMA, de internationale, private standaardenorganisatie voor informatie- en communicatiesystemen, gebruikt de frase “8-bit single byte”.

Om expliciet aan te geven dat men acht bits bedoelt, gebruikt men ook wel het woord octet (bij Philips octad (Engels) of octade (Nederlands)). Mogelijk werd de term byte vermeden omdat het intellectuele eigendom was van IBM.

Meestal wordt de waarde van een 8-bits byte weergegeven als twee hexadecimale cijfers; daarbij wordt de byte opgesplitst in tweemaal vier bits; een groep van vier bits heet een nibble (bij Philips tetrad of tetrade). Het woord ‘byte’ is een aanpassing van het woord ‘bite’ (hapje) om verwarring met bit te voorkomen. Het is bedacht door Werner Buchholz in 1956 tijdens de ontwikkeling van de IBM Stretch-computer. Het woord duidt op een ‘hapje’ vol bits. Het woord ‘nibble’ heeft dezelfde etymologie.

 

 

‘Dita en haar Soester mannen’ hangt in Artishock

‘Dita en haar Soester mannen’ hangt in Artishock

Dita Valkenet wilde oudere mensen schilderen. Het werd een serie van 23 mannen, allemaal bekenden van haar. “Ik vind koppen mooi; de kennis, de levenswijsheid die in zo’n gezicht zit.” Zaterdagavond opent haar expositie in Artishock. Dan onthult ze ook het laatste portret dat de serie compleet maakt.

Dita vertelt hoe ze portretschilder is geworden: “Mijn vader was onderwijzer. Op de lagere school had je van die grote schoolborden met zijflappen. Daar maakte hij hele taferelen op met krijt, zo uit de losse pols. Dat was zijn trots en ik vond het ook heel mooi. Ik heb hier thuis één schilderijtje van hem, een winterlandschap met knotwilgen, en volgens mij is dat het enige schilderij dat hij ooit gemaakt heeft.”

“Ik tekende altijd, zeker vanaf de middelbare school. Ik heb ook veel met inkt gewerkt, maar in 2007 ben ik voor het eerst in olieverf gaan schilderen. Ik nam toen lessen bij Peter van Oostzanen in de Kunstkeuken. Na een jaar dacht ik: waar wil ik me nu echt in vastbijten? Ik was een beetje doelloos bezig met schilderen en wilde wel iets met een betekenis. Sindsdien heb ik vrijwel alleen maar portretten gedaan. Maar van huis uit ben ik meer tekenaar. Dat zie je nog altijd in mijn werk. Ik ga ook al jaren met veel plezier naar de tekenclub in Artishock.”

Ontwikkeling

De afspraak om te exposeren in Artishock is meer dan een jaar geleden gemaakt. Sinds die tijd is Dita vrijwel dagelijks bezig geweest om deze speciale serie te maken. Ze vertelt: “Ik begon met Herman Joosten. Die heeft zo’n mooie kop. Ik heb van iedereen zelf foto’s gemaakt en vroeg telkens of ze een beetje ironisch wilden glimlachen. Dan maak ik een serie en zoeken we samen de leukste foto uit. Dat kan er ook één zonder glimlach zijn. Ze moeten zichzelf er wel in herkennen. Ik geloof niet zo in het ‘te pakken krijgen van de ziel’. Ik probeer gewoon duidelijk iemand neer te zetten.”

“Ik ga de schilderijen ophangen in de volgorde waarin ik ze gemaakt heb, omdat ik een verandering zie. Of het een verbetering is weet ik niet, maar ik ben minder minutieus gaan schilderen. De latere koppen zijn, denk ik, meer in vlakken gemaakt. Aan de laatste vier moet nog wat gebeuren. En, kijk, van de week zag ik ergens dit portret – dat zijn alleen maar vlakken die toch een prachtig portret vormen. Die kant wil ik graag op.”

Met die laatste vier portretten gaat Dita later die dag naar Annemiek van den Bedem in Amersfoort. “Toen ik daar lessen ben gaan volgen stond ik er versteld van hoe snel ze dingen bij mij kan verbeteren.” Daarvoor heeft ze dus lessen gevolg bij Peter van Oostzanen in Atelier Kunstkeuken te Soest, maar ook bij de Gooise Academie voor Beeldende Kunsten in Laren, Humphrey Bennett in Baarn en bij Ellen Groenendijk toen Artishock nog Stichting Artishock was.

Dita en haar Soester mannen opent zaterdag 5 november, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub. Zondag 6 november vanaf 14:30 is er muziek van Semi Prof Jamsessie. Ook dan is Dita aanwezig. De toegang is gratis. De expositie is te zien tijdens activiteiten (zie www.artishock-soest). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Pinhole fotografie van Katja Sobrino: schilderen met tijd en licht

Pinhole fotografie van Katja Sobrino: schilderen met tijd en licht

Katja Sobrino maakt al 25 jaar bijzondere foto’s met een bijzondere techniek. Haar camera is namelijk niets meer dan een houten doosje, met een groot negatief aan de achterkant en een speldenprik aan de voorkant om te belichten. Vandaar de naam ‘pinhole’ fotografie. Na enkele groepstentoonstellingen heeft ze komende maand in Artishock haar eerste solo-expositie.

Vroeger woonde er een gezin boven station Baarn. Nu zijn er vier atelierruimtes in de voormalige woning in het rijksmonument. Fotograaf Katja Sobrino is in één van de ateliers al dagen bezig met iets nieuws. Ze vertelt: “Deze foto heb ik ’s nachts gemaakt in mijn tuin. Het is een krentenbloesem. Het rood is van een lampje. Tijdens de belichting ben ik gaan schilderen met dat licht. Als ik eenmaal een goed negatief heb kan ik altijd meerdere afdrukken maken. Nu ben ik voor het eerst op het eindproduct gaan tekenen. Zo wordt het een unicum. Ik ben nog niet tevreden, maar het eindresultaat laat ik in Artishock zien.”

“Een uitleg over techniek komt ook op de expositie. Ik merk dat mensen het fijn vinden om te weten wat ze zien. Eigenlijk is dat onzin. Het beeld moet gewoon mooi zijn. Laatst kwam op een expositie een vrouw op me af die zei: “Je moet toch eens een andere camera kopen. Alles is onscherp.” Een goedbedoeld advies, maar het is precies het effect wat ik wil bereiken. Met dit doosje zie je alles even scherp, of onscherp. Er is geen focus, je ziet de werkelijkheid zoals die echt is. Het menselijk oog en de lens op een camera focussen zich op een bepaald punt. Ik heb ook geen zoeker. Ik weet inmiddels hoe ik moet mikken, maar de uitkomst is altijd een verrassing omdat ik het zelf niet zo kan zien.”

Niets bewerkt

“Door dat kleine gaatje is een lange belichtingstijd nodig. Zo kan ik spelen met het licht, en met de tijd. Je legt eigenlijk de tijd vast. Maar het blijven stilstaande beelden, mijn foto’s zijn geen verhalen. De tijd is ondergeschikt aan het onderwerp. Voor mijn onderwerpen kijk ik gewoon rond in de omgeving. Daarbij ben ik een fan van stromend water.”

lavaspinbklein-001Veel foto’s zijn in het buitenland gemaakt. Katja: “Toen ik met pinhole-fotografie begon was er nog geen Photoshop. Toen dat opkwam konden mensen denken dat een simpel trucje is. Dat het meerdere negatieven door elkaar zijn. Maar ik bewerkte dus niets – alle foto’s waren puur in de camera gemaakt op één enkel negatief. Ik heb toen een tijd alleen foto’s gemaakt op vakantie. Niet dat het vakantiekiekjes zijn. Daar zijn de negatieven die ik gebruik ook te duur voor.”

“Ik ben altijd lang bezig met het zoeken naar een mooie plek voor een pinhole-foto. Soms ontdek ik ook nieuwe afbeeldingen in mijn oude contactafdrukken. Misschien omdat ik oudere ogen heb gekregen. Alhoewel, mijn ene oog lens is nog nieuw. Ik heb laatst operatief een nieuwe lens gekregen. Het oude oog is verweerd door de UV-straling. Daar zie ik meer oranje mee, met het nieuwe oog zie ik meer blauw. Maar in de loop der tijd ga je sowieso anders leren kijken.”

“Jarenlang hebben maar een handvol mensen kennis kunnen maken met mijn werk. Tot newzealand1een goede vriendin van mij, Angeli Mulders, die ik al dertig jaar ken, mij vroeg om mee te doen met een groepstentoonstelling in Het Koetshuis, hier in Baarn. Daarna hebben we ook in De Speeldoos geëxposeerd. En nu mijn eerste solotentoonstelling.”

“Ik ben ooit begonnen met binnenfotografie. Dat wil ik ook wel weer doen, maar dan moet je alles zelf bouwen. De natuur heeft al schoonheid van zichzelf. Voor deze expositie ben ik in het Baarnse Bos en mijn eigen tuin gaan fotograferen.”

Katja Sabrino’s Pinhole Fotografie opent zaterdag 1 oktober, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub. Zondag 2 oktober vanaf 14:30 is er muziek van  Jazzsessie Plus. Ook dan is Katja aanwezig De toegang is gratis. Kijk voor meer foto’s van haar werk op http://katjasobrino.nl

De expositie is te zien tijdens activiteiten (zie www.artishock-soest). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

(c) Cees Paul.

Foto’s: Katja Sobrino. Foto boven: Lavaspin. Onder: New Zealand

 

 

‘Terugblik’ Nadjezjda – over Pandora’s Box en Nabokov

‘Terugblik’ Nadjezjda – over Pandora’s Box en Nabokov

Zaterdag 3 september opent in Artishock de expositie ‘Terugblik’ van Nadjezjda van Ittersum. Hierin wordt duidelijk dat deze kunstenares de afgelopen zestig jaar meer heeft gemaakt dan de bekende keramische beelden van ‘pronte tsarina’s’. Tijdens de opening zien we een aantal andere, grotere beelden. De rest blijft ook na het weekend: een doos van Pandora vol kleur en vorm, humor en fantasie.NadjezdaMetWerk_10_15

‘Pandora’s Box’ is ook de titel van een serie presentaties in plexiglas waaraan ze langere tijd heeft gewerkt. Nadjezjda vertelt: “De titel is ontleend aan de Griekse mythologie. Zeus stuurde Pandora naar de aarde met een doos die ze niet open mocht maken. Dat deed ze wel, met slechte gevolgen. Alles verdween, alleen de hoop bleef over. Zelf ben ik geboren in de hongerwinter. Mijn ouders hoopten dat de oorlog snel voorbij zou gaan en noemden mij Nadjezjda, dat betekent ‘hoop’. Dat vind ik wel weer een grappige link. Ik zie ook dat mensen blij worden als ze naar mijn werk kijken. Ik word er zelf ook blij van. Het is heel licht, letterlijk: ik gebruik geen zware materialen. Ja, die tsarina’s wegen wel wat. Ik maak ze nu ook kleiner, dat scheelt een hoop gesjouw.”

Nadjezjda begon al jong met tekenen en schilderen en volgde in de jaren ’60 de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in haar geboorteplaats Den Haag. Nadjezjda vertelt: “Eerder heb ik ook wel serieuze aquarellen gemaakt, maar die passen niet zo bij de rest. Mijn oudere abstracte schilderijen wel, maar het moet ook weer niet te vol worden. In Artishock heb ik ook veel etsen en zeefdrukken gemaakt. Het lijkt me wel leuk daar iets van op te hangen.”

WerkNadjezda_10_15Haar woning is zelf ook een soort doos van Pandora: de kunst komt uit alle hoeken. Zoals dit werk in het atelier: een assemblage van een stoel, balletschoentjes en ornamenten van bewerkt papier: “Het is ook een beetje recycling art. Voor dit soort werk gebruik ik meestal oude tekeningen,” zegt Nadjezjda. “Alhoewel je het niet altijd ziet, gebruik ik vaak straatvondsten. Dat dateert uit de tijd dat ik van niets iets moest maken. Ik had geen rooie cent. Gelukkig heb ik veel fantasie. En ik wil het altijd uit mezelf laten komen – niet iets namaken wat ik bij iemand anders heb gezien. Daarnaast ben ik ook wel perfectionist.”

Nabokov en de tsarina’s

De ‘pronte tsarina’s’ waarmee Nadjezjda bekend is geworden zijn beelden die geïnspireerd zijn op haar familiegeschiedenis. Haar overgrootmoeder en andere familieleden waren Russische hofdames. In huis staat een foto van een vrouw in rijk tenue. “Dat was de zus van mijn overgrootmoeder. Die heette ook Nadjezjda, prinses Von Sayn-Wittgenstein. Ze is gekleed voor het bal – in een bojarenpak, bekleed met pareltjes. Van mijn overgrootmoeder zelf heb ik geen foto’s, althans niet in een dergelijk tenue.Print 20x25 cm

Mijn grootvader, Dmitri de Peterson, verhuisde als laatste consul van de tsaar vanuit Sint Petersburg naar Nederland. Door de Revolutie van 1917 kon hij niet meer terug en verviel het gezinsinkomen. Mijn grootmoeder ging toen jurken maken om te verkopen aan de rijkere Rotterdamse dames.”

Nadjezjda zoekt een boek: “Ik moet het hier nog ergens in huis hebben. Er staan foto’s in van een landgoed van die Russische familie. ‘Batova’ heette het landgoed, het was van mijn overgrootmoeder. Alle zussen kregen een landgoed, als een soort bruidsschat, denk ik. Mijn grootvader heeft ook op dat landgoed gewoond. De schrijver Vladimir Nabokov kwam er ook. Hij was namelijk een neef van mijn overgrootmoeder Nathalia, zij was ook een Nabokov. In zijn roman “Speak Memory” beschrijft Vladimir het dagelijks leven van de familie heel beeldend.”

“Maar goed, op een dag werd ik gebeld door een man die ik helemaal niet kende. Die man had dat boek gevonden op een vlooienmarkt in Den Haag. Via een bureau voor genealogie is hij toen bij ons uitgekomen. Hij is het hier aan de deur komen brengen. Een beetje vreemde man, met zwarte handschoenen aan, die hij binnen ook niet uit deed. Later heeft hij zelfmoord gepleegd…Ik word gek van mezelf – het moet hier in huis zijn. Het origineel Vladimir Nabokov by Gunsmithcat on deviantARTis naar het Nabokov Museum in Sint Petersburg gegaan. Naar aanleiding van dat boek heeft mijn vriend meteen contact gezocht en daar waren ze ook geïnteresseerd in mijn werk. Zodoende kon ik daar mijn Tsarina’s en de installatie “Family Tree” exposeren. Dat was in 2007. Ik werd daar met alle égards ontvangen. Nabokov is daar echt een held en ze vonden dat ik erg op hem leek. Ik ben zelfs op de Russische Nationale Televisie geweest.”

 

Terugblik opent zaterdag 3 september, 20:00u. Vanaf 20:30 JazzClub met Job Helmers Invites.

Zondag 4 september vanaf 14:30 is er ook muziek: Jazzsessie Plus, o.l.v. Antoinette van Nievelt. Ook dan is Nadjezjda aanwezig De toegang is gratis.

Kijk voor meer foto’s, filmpjes en achtergrond ook eens op www.nadjezjda.nl

De expositie is te zien tijdens activiteiten (zie www.artishock-soest). Daarnaast is Artishock open op: woe- en vrijdagochtend van 10-12 uur, maan- en woensdagavond van 19.15-20.15 uur. Verder in overleg: 06 25586354.

Natuurlijk doet Artishock ook mee met de Atelierroute Kunstlint in het weekend van 17/18 september tussen 12:00 en 17:00u.

 

Het Verhaal van De Titel

Het Verhaal van De Titel

Alles is maar net het verhaal dat je ervan maakt. Stel: je ziet een vreemd wezen. Je herkent iets in de verschijning en noemt het een olifant. Je herkent een zweem van de kleur en noemt het roze. Je zegt dat ik een roze olifant heb gezien. Maar het eigenlijke verhaal is dat ik een delirium heb en aan waanvoorstellingen lijd. De wereld is onbetrouwbaar en keert zich tegen je. Je lichaam trouwens ook. Het beeld van de roze olifant maakt het beheersbaar. Je kan erom lachen en dat is een eerste stap naar herstel.

De mens schept samenhang, ook waar die niet is, door er een verhaal van te maken. Neem je eigen leven: een tamelijk toevallig samenraapsel van keuzes en gebeurtenissen maar voor jezelf maak je er verhaallijnen in. Je kan het navertellen en daardoor lijkt er een logische samenhang te bestaan. Voor veel mensen is hun eigen verhaal zelfs van een onontkoombare logica – het heeft zo moeten zijn.

Wetenschap: proefondervindelijk meten is zeker weten, zuiver objectief et cetera, jaja. Het resultaat van meten is een reeks cijfers of andere symbolen, die overigens niet zuiver objectief tot stand komen, maar altijd door een subject worden waargenomen, genoteerd in een bepaald patroon en dan worden geïnterpreteerd .

Werken van Ben Joosten (1931-2013)
Werken van Ben Joosten (1931-2013)

Het wetenschappelijk discours bestaat er nu uit die symbolen in een logische rij te zetten en te duiden, kortom, er een verhaal van de maken. Symbolen zijn nog geen data, data is nog geen informatie, informatie is nog geen kennis, kennis is nog geen wetenschap, wetenschap is nog geen wijsheid. De wijsheid ligt in het verhaal.

Je kunt een heleboel keer waarnemen dat er een regendruppel van 1 milliliter valt op een gebied van een op een bepaalde lengte en breedte maar het punt is dat het regent – en het verhaal is dat daarmee de oogst gered is en een dreigende hongersnood voor dit gebied lijkt afgewend. En het verhaal is bijvoorbeeld ook dat van de waterkringloop op aarde. En zo zijn er nog ongeveer net zoveel verhalen denkbaar als we regendruppels telden, want als water bevinden wij ons in een kringloop van verhalen. We ontstaan uit, en dragen ons druppeltje bij aan een zee van verhalen.[i]

We hebben vanuit de evolutie een mooi stel zintuigen meegekregen maar we moeten goed beseffen dat die beperkt zijn en dat we de werkelijkheid die buiten die zintuigen bestaat niet kennen, althans niet kunnen meten…en dat de samenhang die we tussen waarneembare verschijnselen zien er niet noodzakelijkerwijs hoeft te zijn. Het is een verhaal over de werkelijkheid. We noemen het Theorie.

En theorieën uit het verleden, of het heden, bieden geen garantie voor de toekomst…

Wetenschap is een waargebeurd verhaal. En degene die het verhaal het best vertelt levert het paradigma, de overheersende theorie. Dit geldt niet alleen voor de zogenaamd zachte wetenschapstakken als geschiedenis en sociologie, maar ook voor natuur- en scheikunde, en zeker in de economische wetenschappen.

Logisch

U zegt “ik maak geen verhaaltjes, ik denk alleen logisch na.” Maar ‘Logica’ is een vaak onjuist gebruikt begrip. Vaak wordt retorica of ‘gezond verstand’ logica genoemd. Logisch nadenken en handelen is meestal niet anders dan platgetreden paden van vaste gewoontes en denkpatronen volgen. Nog niet zolang geleden was het ‘logisch’ dat dat vrouwen geen bankrekening of stemrecht konden hebben. In Tachtig Dagen de Wereld Rond was een fantasie – als we nu in 24 uur de wereld rondreizen, is ergens sprake van een vertraging.

Gevoel en emoties worden irreëel, niet logisch genoemd, maar zijn ook logisch te benoemen in het verhaal van neuronen en chemische processen wat zich in ons lichaam afspeelt. In onze hersenen ook ja, maar is ons hoofd dan geen lichaamsdeel? In het denken is niets onrealistisch. De beperking is alleen ons eigen hoofd en bij de uitvoering staan slechts wetten in de weg, en praktische bezwaren[ii].

De taal van de logica is niet retorica maar algebra en die heeft haar eigen schoonheid en verhaal. En ook in de wis- en natuurkunde geldt dat het mooiste verhaal de meeste overtuigingskracht heeft. Als verschillende berekeningen tot dezelfde uitkomst komen, wordt de voorkeur gegeven aan de meest heldere, transparante bewijsvoering. Bij het schrijven van computerprogramma’s zien we dit ook. Als verschillende programmeurs eenzelfde toepassing maken, zal het werk van degene die de meest elegante code schrijft, beter genoemd, en vaker gebruikt worden.

looproute
looproute

Wat maakt een reeks woorden (lijnen, tonen, beelden, symbolen) tot een goed verhaal? Het belangrijkste is dat er een spanningsboog is. Iedere volgende stap komt onontkoombaar vanuit de vorige. De tweede stap moet zogezegd ‘logisch’ volgen uit de eerste, maar hoeft niet voorspelbaar te zijn. Liever niet zelfs, want we willen een zekere spanning in het verhaal, en spanning ontstaat door de onverwachte combinatie van uiteenlopende elementen die desalniettemin ‘accoord gaan’, in harmonie zijn.

De verhaalvorm is het meest duidelijk in de kunsten, religie en filosofie. De beste muziek, de mooiste kunst, de meest geloofwaardige profetie, wordt niet gemaakt door de meest verbale, virtuoze instrumentalist maar door degenen die het instrument gebruiken als medium om hun verhaal te vertellen – een verhaal dat uit taal of toon, ritme en de persoon wordt gedestilleerd. In andere menselijke uitingen geldt, mutatis mutandis hetzelfde: we zoeken een medium en gebruiken de eigenschappen ervan in combinatie met de geestelijke en fysieke vaardigheden die we hebben meegekregen, die we met oefening hebben ontwikkeld, om een afgerond verhaal te maken dat door medemensen wordt begrepen.

Misschien is dat ook het enige doel: door medemensen te worden begrepen en geloofd – en zo opgenomen te worden in het verhaal van anderen, van allen.

De kern of boodschap van een verhaal kan verschillen, maar zal ook vaak hetzelfde zijn. Uiteindelijk is de boodschap vaak een variatie op iets wat we allang kennen: de schepping is mooi; de liefde is groot, de wereld is hard, en nog zo wat wijsheden die op een tegeltje passen.

Veel verhalen vertellen eigenlijk hetzelfde en zijn toch uniek door het gebruikte medium. De oorspronkelijke pianovertolking van Moessorgski’s “Pictures at an Exhibition” (1874) is anders dan die van een strijkkwartet of de orkestbewerking. Maar ik bedoel niet alleen de instrumentkeuze, of de gekozen kunstvorm: de schilderijen op de tentoonstelling zelf zouden je een heel ander, en toch weer hetzelfde verhaal vertellen.

Wat elk verhaal uniek maakt is het medium van de verteller zelf, in dit voorbeeld de man Modest Mussorgski. De tentoonstelling in kwestie was, bij voorbeeld, met werken van een goede vriend van hem (Viktor Hartmann) die vlak ervoor was overleden. Dat hoor je. En dat ze samen streefden naar Russische Kunst, ook dat verhaal hoor je.

photocollage
J.J. Cale. Photo: Jane Richey

De stem en de stijl van de verteller maken integraal deel uit van een goed verhaal. Ik bedoel, stel dat ik goed gitaar kan spelen, of iets minder goed, dan kan ik best een stuk van bij voorbeeld J.J. Cale naspelen – en zo zijn verhaal navertellen. Het wordt daarmee niet het mijne. De kracht van zijn muziek, het verhaal van zijn compositie, komt voort uit de persoon – zijn afkomst, opvoeding, lichamelijke eigenschappen en ervaringen hebben een handtekening gedestilleerd die zichtbaar is in al zijn uitingen. Het gaat inmiddels niet alleen meer over J.J. Cale. Persoonlijke eigenschappen, zowel aangeleerd als gegeven en gegroeid, vormen de stijl. En pas als je die kan samenvoegen met een ‘Boodschap van Algemeen Nut’, heb je een flinter waarheid, een vonkje wijsheid, een mooi verhaal.

Soms is het de toon, soms het ritme, soms de vorm van het verhaal – uiteindelijk bepaalt de mate waarin de onderlinge verhoudingen aansluiten of je overtuigd wordt door het Verhaal. En waardoor je komt tot een nieuwe, of vernieuwde, waarheid – groot of klein, kort of langduriger, roze of grijs.

Op het gevaar af in de hybris te verzeilen trek ik de verhaallijn nog even door: iets krijgt pas betekenis als het is ingebed in een verhaal. Een klinker heeft potentie zolang ‘ie wordt gebakken uit klei en ligt opgestapeld op een pallet, maar krijgt pas betekenis in een weg. Daarbij zijn verschillende wegen naar verschillende waarheden naast elkaar mogelijk. Dezelfde steen kan verschillende functies hebben. Zoals bekend vertellen verschillende getuigen behoorlijk uiteenlopende verhalen over precies dezelfde gebeurtenis. De waarheid is veranderlijk.

Je kan zeggen: ze bestaat niet, maar een goed verhaal bevat altijd waarheid. Misschien niet De waarheid, maar een deel ervan, zoals elke cel het volledig DNA bevat, en slechts zolang het organisme leeft, voor de duur van zijn verhaal.

Bestaat, in theorie of werkelijkheid, ook het Lied van Alles? Sommige verhalen, op schrift of in andere media, komen best ver. Zoals (bij voorbeeld en volgens mij) Jorge Luis Borges in “Het Schrift van de god (1949) waarin de formule voor Alles zichtbaar is in de vlekken van de vacht van een luipaard. Bestaat er, met andere woorden, op meta-niveau één allesverhalend verhaal, wat we met z’n allen telkens opnieuw proberen vorm te geven in onze uitingen?

Aldus sprak Palescue enkele woorden in Salon van de Wijsbegeerte, Artishock, Soest, september 2013.

Nootjes en Kwootjes

[i] Zie: Salman Rushdie, Haroun and the Sea of Stories (1990), of Rabbi David A. Cooper in God is een werkwoord, een mystieke visie op de kabbalá (God is a verb, Kabbala hand the practice of Mystical Judaism (New York, 1998) pag. 73:

“Het principe van de continue schepping, zonder begin of eind, is gebaseerd op de idee dat er een bron van het leven is die eeuwigdurend de energie uitstraalt die nodig is voor al het bestaande. Als deze bron van het leven zich ook maar een fractie van een seconde zou inhouden, zou alles meteen verdwijnen. Dat wil zeggen: de hele mensheid, de hele natuur, de hele schepping wordt van moment tot moment van kracht voorzien. Het is alsof de schepping een gloeilamp is die blijft branden zolang er stroom op staat. Op het moment dat we de knop omdraaien, gaat het licht uit.”

[ii] Uit Het Huwelijk vanWillem Elsschot (1910), al refereer ik hier evenzeer aan natuurwetten als aan juridische.

Het Huwelijk

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

in d’ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

 

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard

en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,

hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren

en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

 

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond

het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.

Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,

en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

 

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.

Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen

en rennen door het vuur en door het water plassen

tot bij een ander lief in enig ander land.

 

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad

staan wetten in de weg en praktische bezwaren,

en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,

en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

 

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot

en zagen dat de man die zij hun vader heetten,

bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,

een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

 

Marja Ormeling in Artishock: Doeken met Regenwoud

De expositiezaal van Artishock is in maart voor Marja Ormeling. Zaterdag 1 maart wordt om 20.00 uur de expostie geopend en is er aansluitend live jazz-muziek. Marja Ormeling maakt semi-abstracte schilderijen. Ze zijn herkenbaar en met een soort aangename rust, ondanks veel kleur en beweging. Soms is het of er een sluier voor hangt.
 

Marja Ormeling voor haar werk (foto: atelier ormeling)

“Nu je het zegt. Dat is het regenwoud. Je zag soms door de regen de bomen niet meer. Regen regen regen, alles wordt nat en nooit meer droog. In de kano werden mijn sokken een moeras voor mijn voeten waar de prachtigste vlinders op kwamen zitten.”
Kaaiman, anaconda en piranha
Mijn schilderijen zijn verhalen op het doek. Verhalen van mijn verblijf in het oerwoud. Van het dagelijks leven in een indianendorp, en op jacht gaan met indianen buiten het dorp. Het vangen van kaaiman, anaconda en piranha. We aten we elke dag zelf gevangen vis. Ik zag ze merkwaardige manieren van visvangst gebruiken, zoals met bolletjes van cassave met bessen waar ook een soort drugs in zat. De vissen kwamen gewoon verdoofd boven drijven! Die ervaringen zijn nu een tijdje geleden. Ik schilder nu meer bloemen. De wilde beesten zijn er een beetje uit. In Artishock kan je die nieuwe werken zien.
Het wrede paradijs
Mijn eerste reis naar het Amazonegebied was naar een dorp bij de grens tussen Suriname en Brazilië. De andere reis voeren we over zijrivieren van de Amazone in het grensgebied van Brazilië met Columbia en Peru. Dat waren heel primitieve reizen, met diepgaande ervaringen. Eén van mijn schilderijen heet ‘Paradijsvogels’ en zo is het oerwoud ook: het leven is heel wreed, maar ook een paradijs. Je bent ver weg van alles en iedereen en het wemelt er van de slangen. Je moest heel erg op je intuïtie vertrouwen, gewoon om te overleven. Maar daardoor heb ik ook veel schoonheid gezien en veel geleerd. Zolang je bij je intuïtie blijft loop je geen gevaar. Het was voor mij ook een innerlijke reis.
Boot in huis
Ik heb iets met water. In Zuid-Amerika reisden we ook over het water. Als kind zaten we de hele zomer op Vinkeveen, op zo’n eilandje. Als de zon opging zei mijn vader: “Kind, dit is het ware religieuze gevoel.” Hij had ook altijd bootjes, zaten we ’s winters met een boot in de huiskamer waar hij aan werkte. Dan leefden we daar zo’n beetje omheen. Als je het wil zien zit in bijna elk schilderij van mij wel water. Ik heb van jongsafaan veel getekend, vanaf dat ik mijn eerste doos Caran d’Ache kleurpotloden kreeg. Ik weet nu de geur nog. Later ging ik vooral portretten schilderen. Maar mijn geld verdiende ik vooral als psychotherapeut. Mijn broer was meer de kunstenaar van de familie. Pas nadat hij overleed was ik niet meer te stoppen en begon ik ook te exposeren.
Stroom van het proces
Ik schilder met acryl- en olieverf, en gebruik ook krijt, inkt en goudverf. Laag over laag, maar ik noem het niet organisch. Wel werk ik vanuit een gedachte. Ik wil bij voorbeeld een rivier schilderen, met alles wat daarin zwemt en daarbij hoort. Onder andere een vrouw, ik zwem zelf in die rivier, in de stroom van het proces. Mijn hand gaat over het doek vanuit die gedachte. Ik schilder de vormen die daarbij horen en als er, door die lagen een harmonie is ontstaan is, geeft het resultaat mij het gevoel van verwondering of openbaring weer: dat wat de rivier oproept, zit dan ook in het schilderij.”

Opening expositie: zaterdag 1 maart, 20:00u.; aansluitend Live JazzClub. Bezichtiging mogelijk tot en met donderdag 27 maart in Artishock, Steenhoffstraat 46, Soest. De vaste openingstijden zijn: tijdens evenementen en:; woensdag, vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur; maan-/woensdag van 19.15 uur tot 20.15 uur. Ook is het mogelijk een telefonische afspraak te maken met huismeester Semmy Prinsen(06 2558 6354)

(c) (p) cees paul

STORM IN ARTISHOCK – “1/1000” – verhalenexpositie in foto’s van Annabel Storm

In de maand september is de expositieruimte van Artishock voor de jonge ‘visual artist’ Annabel Storm. Ze is eenentwintig jaar en kondigt nu al aan dat dit haar één na laatste expositie wordt. Weg met die witte wanden. Het moet anders – en niet alleen met de kunst.

“Ik heb de selectie nu bijna klaar. Het zijn er eigenlijk (niet eigenlijk, juist met opzet) teveel, omdat foto’s afwisselend kunnen worden afgedekt of onthuld. Ze kunnen ook allemaal in een andere volgorde. Op de expositie zelf kan dat niet, ik ga ze wel op een vaste plek hangen, maar ze kunnen worden afgedekt of onthuld. Zo krijg je een enorme hoeveelheid verhalen. Kijk, je kan heel erg manipuleren met foto’s. Door de context of alleen al de volgorde te veranderen, verandert de informatie, ontstaan er verschillende verhalen. Naast een foto van feestende mensen betekent de foto van een leeg glas iets heel anders dan naast een foto van een lege stoel. Ik wil dat mensen zelf beslissen wat waar is.”



Annabel Storm is geboren in Amersfoort en ging na het Griftland College naar de Hogeschool voor de Kunst in Utrecht. Naast de fotografie schrijft ze. Sinds eind vorig jaar is ze ook eindredacteur voor de website ongeKUNSTeld. “Stiekem ben ik wel verliefd op taal. Ik schrijf beeldend, maar niet alleen over kunst, ook over filosofische onderwerpen en de maatschappij. Bijvoorbeeld over de macht van de media die proberen voor jou te beslissen wat waar is.”

TINKEBELL

“Vorig jaar heb ik stage gelopen bij Tinkebell en toen exposities opgebouwd in Nijmegen en het Ierse Limerick. Tinkebell is bekend als kunstenares en dierenactivist, maar is ook mensenactivist: ze staat midden in de samenleving. En dat trekt mij ook.”
Met deze houding sluit ze aan bij het metamodernisme. Als tegenwicht voor het hedendaagse postmodernisme, waarin het vooral gaat over de betekenisloosheid van kunst, is dit een stroming die ergens over gaat. Idealisme, maar zonder een groot verhaal erachter.

Eerder heeft Annabel een project gemaakt over Kamp Zeist, het uitzetcentrum.
”Geëngageerd is een beetje oud, beladen woord maar dat kan ik wel zijn. Tegelijk moet je oppassen niet op het leed van anderen te gaan teren en moet je als kunstenaar gewoon wel kunst maken. Maar dat hoeft voor mij dan niet aan een witte muur te hangen. Foto’s en films zijn heel interessant, maar waarom moet dat je voor kunst met z’n allen naar een aparte ruimte komen? Als ik naar een museum ga, vind ik het al minder leuk, liever zie ik hetzelfde in de Maastunnel. Kunst zou veel meer geïntegreerd moeten zijn in het dagelijks leven. Niet als een standbeeld in het plantsoen of een muurschildering – meer toevallig. Ik vond laatst zomaar ergens een post-it met daarop geschreven: I’m so changeble [ik ben zo veranderlijk]. Daar heb ik een foto van gemaakt die waarschijnlijk ook in Artishock komt te hangen, maar dan weer zo dat je het briefje net niet kan lezen.”

SCHRIJVERS GEZOCHT

“Het is misschien raar om te zeggen als je eenentwintig bent maar dit wordt mijn één na laatste expositie. Er komt er nog één op mijn kamer, thuis, en dan wil ik niet meer op witte muren hangen. En voor ik afstudeer ga ik eerst wat anders doen. Ik hoop bij Jaap Scheeren een stage te gaan volgen en zijn werk in tekst om te kunnen zetten. Ook wil ik veel gaan schrijven, voor ongeKUNSTeld, maar ook los daarvan. Zo schrijf ik nu vaak over medereizigers in de trein. Het lijkt op foto’s maken, want ik zie ze maar één keer en geef dan weer wat ik zie, alleen worden het meer personages dan portretten.”
“Ik hoop dat bezoekers van de expositie in Artishock gebruikmaken van de materialen die ik aanreik. Ik ben heel benieuwd hoe mensen uit de foto’s een keuze maken. Vinden ze een bepaalde volgorde gewoon mooi? Welk verband zien ze tussen foto’s? Ik zoek schrijvers die het verhaal dat ze met hun ogen zien willen omzetten in een geschreven verhaal. In de expositieruimte vinden zij een hand-out met de reeks foto’s. Daarop kunnen ze aangeven welke selectie ze gebruikt hebben. Vervolgens kunnen ze hun verhaal opschrijven. Schrijvers die niet handig zijn met pen en papier kunnen hun verhaal mailen naar dewaarheidinhetkwadraat@hotmail.com


De expositie wordt geopend op zaterdag 7 september, 20:00 uur en is te bezichtigen tot en met  donderdag 26 september in Artishock, Steenhoffstraat 46, Soest. De vaste openingstijden zijn: woensdag- en vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur; maandag- en woensdag van 19.15 uur tot 20.15 uur. Ook is het mogelijk een telefonische afspraak te maken met huismeester Semmy Prinsen (06 2558 6354)

 

Cees Paul

 

 

Kunst is Shit

…zo is kunst, anders dan het levende leven, nooit hedendaags. Wat je nu ziet is gisteren gemaakt – op zijn vroegst, want het destilleren van een kunstwerkje uit de werkelijkheid kost doorgaans meer tijd.

Duchamp’s pisbak Fontaine (1917)



Moderne kunstenaars spelen met de stilstand die inherent is aan kunst en proberen die [soms] te ontkennen, althans het leven en de tijd op te nemen in de kunst. Nu denk ik opeens aan die wilgetenen hutten die je soms in schooltuinen ziet staan. Meer algemeen: economische en ecologische ontwikkelingen hebben geleid tot technieken waarmee bijna-levende gebouwen worden gemaakt. Ja, architectuur kan ook de voorhoede vormen. Het is niet altijd de schilderkunst of muziek die de klok slaat.



Cloaca (2000): de ‘kakmachien’



Wim Delvoye (verblijf thans gerust enige tijd op zijn website, het is er goed toeven…), een vrolijk-geniale kunstenaar uit België maakt zoiets: levende kunst. Gisteren viel ik met mijn neus in de boter, dat wil zeggen, in het programma Goudvis op de zender Canvas wat een mooie documentaire over en met hem heeft gemaakt, die hier op het web nog is terug te zien.
In de traditie van DaDa, JaJa, Marcel Duchamp (vrede zij ook met hem) maar helemaal Nu, maakte hij bij voorbeeld de machine Cloaca: een serie verbonden vaten met chemicaliën die het menselijk spijsverteringsproces waarheidsgetrouw nabootst. Het eindproduct is levensechte stront. De bolussen worden, gevernist en in polyester gegoten, verkocht. Bij een tentoonstelling in 2000 nog voor 40.000 Belgische Franken, zeg 1.000 euro. Nu zal op veilingen een aantal malen dat bedrag worden geboden gezien zijn grote populariteit, in onder andere het kapitaalkrachtige China.
Uit de NRC van 3 oktober 2000: 
Ambachtelijk: Manzoni’s Merda d’artista n°66, 1961

”Daarmee verwijst de Belgische kunstenaar naar de ready-mades van Marcel Duchamp, maar plaatst hij zich ook in de traditie van Piero Manzoni, de kunstenaar die veertig jaar geleden zijn ingeblikte poep als ‘Merda d’artista verkocht. “Door het vele experimenteren met verschillende conserveringstechnieken kwamen we erachter dat er in Manzoni’s blikken nooit echte stront gezeten kan hebben”, zegt Delvoye.

“Ik wilde Cloaca’s drollen graag in blikjes verkopen,
maar dat bleek onmogelijk. De blikken klapten stuk voor stuk open.”
De Cloaca is zo goed door het machinale, niet alleen de grote boodschap ervan, maar ook door het ontwerp. Hij is ‘mooi’, van zichzelf een installatie. De ingeblikte poep van Manzoni is eigenlijk niet meer dan een flauwe, provocerend bedoelde grap. De readymade van Duchamp is van een geheel andere orde dan de Cloaca. Ook revolutionair en grappig maar het is wat het is, meer niet. Dit ‘werk’ van Duchamp ligt meer in de lijn die later door Fluxus is doorgezet. Wat mij betreft is alleen de machine van Delvoye artistiek een stuk overtuigender dan het faecale werk van Fluxus’ Wim T. Schippers of Joseph Beuys. Hopeloos overschat…echt shit.
IP Fisher
03okt2011