Z00 Palescue #31: Muggejacht

Z00 Palescue #31: Muggejacht

Op 20 augustus is de jaarlijkse Wereldmuggendag. Op die dag in 1897 toonde Ronald Ross aan dat de mug het dodelijkste dier ter wereld is. Dit nietig insect doodt indirect een miljoen mensen per jaar door ziektes. Als muggen bijten werkt hun speeksel als antistollingsmiddel  zodat ze het bloed  kunnen opzuigen. Dat speeksel kan ook ziektekiemen overbrengen.

De meeste muggen bijten geen mensen en van de duizenden soorten wereldwijd komen er hier ongeveer dertig voor, waarvan maar drie mensenbloed zuigen. En dan nog alleen de vrouwtjes. Maar toch.

Het zal de avond van 20 augustus geweest zijn. Je ziet haar niet, je hoort haar niet. Totdat je het licht uitknipt en de vermoeide ogen sluit. Dan is ze plots vlak bij je hoofd en ze zoemt het uit. Je wappert wat – de zoem verdwijnt. En komt weer terug. Je doet het licht weer  aan: geen mug te zien, niets te horen. Ze zit verstopt op het donkere gordijn. Telkens als je bijna slaapt, komt ze weer overvliegen als een straaljager. Dit is guerrilla. Slapen is er niet meer bij. Alles jeukt en je bent nog niet eens gebeten. Dan voel je een prikje en slaat er hard op, met vlakke hand. Boven het suizen in je oor klinkt triomfantelijk weer haar muggezoem.

Muggen bestaan al 245 miljoen jaar. Ze hebben ogen als een vlieg en met antennes vangen ze het gezoem van soortgenoten op en de geur van ademend mensenvlees, tot ruim zestig meter verderop.

Laten we niet muggeziften, ze niet zomaar uit de soortenrijkdom zeven. De larven helpen het water schoonhouden en muggen zelf zijn voedsel voor vissen, vleermuizen en vogels. De mens leert van de mug hoe antistollingsmedicijnen werken. En dankzij een malariamug kwam Alfred Walace Russell in 1858 tijdens een koortsaanval op het idee voor de evolutietheorie.


Voorpublicatie van mijn 31e dier in exact 300 woorden voor het kwartaalblad Veren& Vachten. Dit keer het zomerdier van 2024. Ik twijfelde over de slak, daar moet het zeker ook nog eens over gaan, want daar is indirect de naam voor deze column van afgeleid. Een peiling in kleine kring leverde meer animo voor de Mug op.

Een van de bronnen was dit aardige YouTube college:

Z00 Palescue #19: Ontaarde zwaluw

Z00 Palescue #19: Ontaarde zwaluw

Voorpublicatie: column voor Veren & Vachten – een dier in 300 woorden:

Aan de rand van het luchtruim boven de tuin zie ik een handvol gierzwaluwen hun kunsten verrichten. Hoeveel zwaluwen maken eigenlijk zomer?

Tellen gierzwaluwen wel mee?

Gierzwaluwen zijn verwant aan kolibries en nachtzwaluwen zijn van een heel andere soort dan de huis-, oever en boerenzwaluwen. Ze vliegen allemaal mooi. Met snelle, sierlijke ophalen en krullen schrijven ze mijn vraag tegen de lucht.

Zwaluwen vallen uit het nest en maken hun eerste looping. Schoonvliegkampioenen zijn het die elkaar vliegen afvangen. Soms zitten ze even stil op gespannen draden als noten op een blad muziek. Jammer dat die bovengrondse telefoonlijnen er niet meer zijn. Ze verbeeldden daar onze vaste lijn naar Afrika, waar zwaluwen overwinteren.

De huis- en boerenzwaluwen metselen kunstwerkjes uit modder tegen de dakbalken. Oeverzwaluwen duiken vliegensvlug in hun tunnel in een steile wand. Gierzwaluwen zoeken hoge holtes. Nachtzwaluwen zijn weer uitzonderlijk, die broeden op de grond. Ook horen we daar de laatste jaren meer van.

En het is niet het gebrek aan vaste lijnen waardoor we minder zwaluw zien. Ook niet zozeer de vermindering van schuren waar ze in kunnen duiken naar hun nesten.

Zwaluwen lijken losgezongen van de aarde maar alle leven begint in de modder. Daar ligt de grondoorzaak van de voedselketen en, zoals een ecoloog zei: ‘We zijn ontaard, het contact met de bodem is kwijt.’

Wat ondergronds gebeurt, bepaalt het bovengrondse. Als de bodem vol drijfmest wordt gespoten verdwijnen de regenwormen. Regenwormen vormen de bodem. Hun gangen geven ruimte aan ander leven. Op wat er nog groeit wordt kunstmest gestrooid en ‘gewasbeschermingsmiddelen’ die ander leven vernietigen.

Zo verdwijnen eitjes, die geen insecten kunnen worden want ‘een plaag.’ Zo verdwijnen planten waar insecten van leven, want ‘onkruid.’ Zo verdwijnen zwaluwen, om geen zomer te maken. De vraag is dus: hoeveel wormen maken een zwaluw?

Uiteindelijk kwam het zo van de drukpers in september 2021 in de 16e jaargang, nummer 3 van Veren & Vachten:

NETTE NUL #17 Zomer

NETTE NUL #17 Zomer

Met gesloten ogen lig je in de zon. Je bent vrijwel bloot maar zonder lust of schaamte. Want je ligt in de zon als een slapende zee, sowieso zonder veel gevoelens. Waarom zou je?

Maak je niet druk. Waarom zou iemand zich ooit druk maken als de zon zo schijnt…. Je hoort vogels zingen, een leeuwerik misschien. Zo’n kwinkelerend speldenknopje op weg naar de zon. Kijken is niet nodig, er is genoeg zo…

Rivierwater gaat voorbij aan de boot en de roeispanen plenzen… Een krekel lijkt mee te reizen langs de oever. En elke haal het knarsen van die riemen.

Je zegt: “Vermoei je niet zo met roeien.”

Je hoort: “Anders gaan we niet vooruit,”

Je zegt: “Dan varen we mee, met de wind, of de stroom, of zo. “

Teveel gepraat. Te warm. Je gooit fris water over je heen uit de kom van je handen. Druppels kruipen langs je huid: eerst bol en met een blinkend kopje, dan steeds platter en langzaamaan verdwijnt de ster uit de drup… Wat wordt het stil.., een vis springt even op en nog stiller wordt het.

Kabbelend langs een rietzoom… Je denkt aan de mand voorin. De bordjes en broodjes, aardbeien, jasmijnthee in de thermos en de fles witte wijn die buitenboord mee hobbelt, watergekoeld. Je proeft nu alles met gesloten ogen… waarom zou iemand nog eten en drinken als het zo in de zon, zonder ook maar iets te bewegen al zo lekker is?

Je denkt: “Ik ga niet denken, het wordt veel rustiger zonder te denken…”

En je voelt een warm lichaam maar niet meer het jouwe, het is van de zon geworden. Je hoort jezelf zoiets willen zeggen, maar loom… en veel te dichtbij klinkt daar uit het diepst van haar magen, het langgerekt en klaaglijk loeien van een koe.

We schommelen nog na alsof we hebben gelachen.

Je hoort: “Die koe sprak uit wat je net niet kon zeggen.”

Rustig dobberen we terug met het slome schuitje over het stille water. Pas vlakbij de steiger citeer je Hans Lodeizen:

“de moeheid in een bootje

roeit langs geweldige steden

die drijven ieder een eiland

langs de kust van het

gefantazeerde intellect.”


Dit was NETTE NUL #17; jaargang 10 Nummer 6, oorspronkelijk verschenen op 13 augustus 1992.

Ilustratie: Merel de Groot

Tussen 1990 en 1993 verscheen dhr. Nette Nul twintig keer in De Lunet, een uitgave van Stichting Welzijn Lunetten. De krant werd huis-aan-huis verspreid in de Utrechtse wijk Lunetten.