Met gesloten ogen lig je in de zon. Je bent vrijwel bloot maar zonder lust of schaamte. Want je ligt in de zon als een slapende zee, sowieso zonder veel gevoelens. Waarom zou je?

Maak je niet druk. Waarom zou iemand zich ooit druk maken als de zon zo schijnt…. Je hoort vogels zingen, een leeuwerik misschien. Zo’n kwinkelerend speldenknopje op weg naar de zon. Kijken is niet nodig, er is genoeg zo…

Rivierwater gaat voorbij aan de boot en de roeispanen plenzen… Een krekel lijkt mee te reizen langs de oever. En elke haal het knarsen van die riemen.

Je zegt: “Vermoei je niet zo met roeien.”

Je hoort: “Anders gaan we niet vooruit,”

Je zegt: “Dan varen we mee, met de wind, of de stroom, of zo. “

Teveel gepraat. Te warm. Je gooit fris water over je heen uit de kom van je handen. Druppels kruipen langs je huid: eerst bol en met een blinkend kopje, dan steeds platter en langzaamaan verdwijnt de ster uit de drup… Wat wordt het stil.., een vis springt even op en nog stiller wordt het.

Kabbelend langs een rietzoom… Je denkt aan de mand voorin. De bordjes en broodjes, aardbeien, jasmijnthee in de thermos en de fles witte wijn die buitenboord mee hobbelt, watergekoeld. Je proeft nu alles met gesloten ogen… waarom zou iemand nog eten en drinken als het zo in de zon, zonder ook maar iets te bewegen al zo lekker is?

Je denkt: “Ik ga niet denken, het wordt veel rustiger zonder te denken…”

En je voelt een warm lichaam maar niet meer het jouwe, het is van de zon geworden. Je hoort jezelf zoiets willen zeggen, maar loom… en veel te dichtbij klinkt daar uit het diepst van haar magen, het langgerekt en klaaglijk loeien van een koe.

We schommelen nog na alsof we hebben gelachen.

Je hoort: “Die koe sprak uit wat je net niet kon zeggen.”

Rustig dobberen we terug met het slome schuitje over het stille water. Pas vlakbij de steiger citeer je Hans Lodeizen:

“de moeheid in een bootje

roeit langs geweldige steden

die drijven ieder een eiland

langs de kust van het

gefantazeerde intellect.”


Dit was NETTE NUL #17; jaargang 10 Nummer 6, oorspronkelijk verschenen op 13 augustus 1992.

Ilustratie: Merel de Groot

Tussen 1990 en 1993 verscheen dhr. Nette Nul twintig keer in De Lunet, een uitgave van Stichting Welzijn Lunetten. De krant werd huis-aan-huis verspreid in de Utrechtse wijk Lunetten.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.