Ook vorig jaar stuurde ik gedichten in voor de De Grote Poëzieprijs, voorheen bekend als de Türing Gedichtenwedstrijd. En al vaker ging ik door naar de tweede ronde, maar dit jaar haalde één van de drie inzendingen zelfs de shortlist voor het podium. Die lijst was honderd gedichten lang en verscheen in boekvorm: Een geluk als nieuwe wijn geschonken, uitgegeven in Gent door het onvolprezen Poëziecentrum.
Ik prijs me er gelukkig mee. Daar sta ik dan, op pagina 77, met een gedicht uit 2018, geschreven rond de herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Niet lang daarvoor waren nieuwe massagraven ontdekt op de Leusderheide met slachtoffers van Kamp Amersfoort. Honden wisten ze na 75 jaar nog terug te vinden.
Het is militair terrein. Als kind gingen we vaak stiekem de Vlasakkers op, een militair terrein naast de Leusderheide. Dat was spannend, vooral door de borden Gevaarlijk – Bewaking met Honden.
Stil maar , slaap maar, loop maar door
alles is nieuw nu voor het laatst
Geef mij een vers wit hemd,
een degelijk pak, een zwarte hoed
en schoenen om stevig in te staan –
dan kan ik de dag weer aan
als ik nog eens wakker word
wakker word en werken ga
wakker blijven tot het werkt –
werken aan de droomverwekker
Mannen met ferme baarden stappen
door voren die betovergrootvaders
al ploegden zaaiden oogsten egden –
daar blijft de tijd
en lente steekt elk jaar een hoop weer op
het leven uit doden van gistermorgen.
Stampende laarzen bovengronds,
nog even geduld en het moet lukken
om werkelijk alles kapot te krijgen.
Stil maar, schep maar, zand erover
de massa graven zo dichtbij –
aarde waar ik uit ben geboren
akkers onder heide waar we speelden,
waar we kogels en konijnenschedels vonden.