Laat mij u vertellen van tante Elke die woont aan de Bierkaai. Elke Nul leidt een zinvol en nuttig leven. Zo is ze actief bij de vrijwillige brandweer waar ze meesterlijk spuit elf bedient. Bij ieder loos alarm spant ze het paard achter de wagen en rukt uit. Doorgaans draait ze haar hand niet om voor het blussen van een binnenbrand, maar ooit is het voorgekomen dat ze per ongeluk olie op het vuur gooide. Dat muisje heeft een lange staart gehad. Toch mag tante bij de meeste mensen telkens potjes breken. Ze worden blij gemaakt door Elke’s dode mus die flierefluitend heel de buurt vermaakt.

Tante werd geboren in de pruimentijd, als dertiende in een dozijn kinderen. De ouders van het arme en toch al grote gezin waren Dokter erg dankbaar: ze kon voor een dubbeltje worden geboren. Per slot was ook dit kind op rekening gehaald.

Al op zeer jonge leeftijd hield Elke vaak praatjes voor de vroedvrouw. Deze nu was wat heet gebakerd en gooide het kind weg met het badwater. Niet echt zachtzinnig, maar zo kon tante reeds als kind de was doen en leerde ze haar eigen boontjes doppen.

Welbesteed, dat is haar leven. Een blauwe maandag werkte ze bij een zaak die knollen verkocht voor citroenen. Haar chef ging op de fles en belandde in de goot; Elke wist te promoveren naar Kantoor. De verantwoordelijkheid voor het inbrengen van lege briefjes was een taak die zij volbracht als geen ander.

Ze had alleen de gewoonte om krachtig open deuren in te trappen, zodat die weer vervangen moesten worden, en dat vond de dubbele boekhouder op den duur te duur worden.

Tante besloot voor zichzelf te beginnen op de vrije markt. Elke Nul heeft sindsdien een windhandel en leeft daar goed van. ’s Nachts verplaatst ze zoveel lucht als er maar in haar kraam past en overdag verkoopt ze zoete broodjes van gebakken lucht en glaasjes water met een storm.

Het heeft haar veel windeieren gelegd. Onlangs liet ze zich een huis bouwen op het ijs en dagelijks eet ze baliekluif. Ze gaat vaak op vakantie naar de Caraïben en dan speelt ze mee met een steelband. Op de holle vaten klinkt ze boven iedereen uit.

Ja, tante ziet de zon in het water schijnen en geniet volop van de schittering. In haar kinderhand blinkt een fortuin aan klatergoud.


Tussen 1990 en 1993 verscheen dhr. Nette Nul twintig keer in De Lunet, een uitgave van Stichting Welzijn Lunetten. De krant werd huis-aan-huis verspreid in de Utrechtse wijk Lunetten.

Dit was de 12e column die verscheen in jaargang 9, nummer 9 in december 1991.

4 gedachtes over “NETTE NUL #12 – Elke Nul

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.