Z00 Palescue #26: De Parkparkiet

Z00 Palescue #26: De Parkparkiet

Een nieuw dier in driehonderd woorden voor de volgende Veren & Vachten:

Het is niet vaak dat mijn ritme gelijk loopt met de natuur, maar eerder dit jaar kwam ik een paar dagen gelijk met de zon op in Den Haag. Bij het wachten voor een stoplicht hoorde ik luid gekwetter in de bomen. Daar bleek zich een bende protesterende halsbandparkieten te verzamelen om over te steken naar het Malieveld. Nog geen week kruisten zich onze wegen, daarna was het te vroeg licht en waren ze al langs geweest.

Ze stammen af van volièrevogels die oorspronkelijk uit Afrika en Zuidoost Azië komen. Al sinds 1968 broeden ze in Nederland. Ze koloniseerden vanuit Den Haag de parken in de Randstad en zijn met inmiddels 22.000 exemplaren luid en duidelijk aanwezig. Het lijken kleine papegaaien met knalgroene veren en vuurrode snavel. De zwart-roze halsband is alleen voor mannetjes. Ze zijn met 40 centimeter best lang, al zit dat vooral in de staart.

Door de milde winters is het goed toeven in de Europese steden en het is leuk zo’n nieuw dier te zien, want vele sterven uit. Met de hogere temperatuur wordt het bos steeds stiller, het water leger, de aarde dor. Klimaatverandering en natuurverlies zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Maar we zien dus ook nieuwe soorten. Het worden exoten genoemd, en kunnen een plaag worden, denk aan de Japanse Duizendknoop of Amerikaanse rivierkreeft: invasieve exoten. De halsbandparkiet valt daar ook onder. In hun oorspronkelijke leefomgeving maken ze zich niet populair door vandalistisch gedrag in boomgaarden. Dat kan wat worden, als ze de fruitbomen in de Betuwe ontdekken.

Het Wereld Natuur Fonds publiceert elke twee jaar het Living Planet Report. Directeur Kirsten Schuijt: “We hebben de natuur inmiddels zo diep uitgehold dat ons welzijn en onze welvaart in het geding komen. Rijke, diverse natuur is nodig voor schoon water, bestuiving van gewassen en natuurlijke plaagbestrijding.”

En zo kwam het in de bus op pagina 25 van Veren & Vachten (jg.18, nr.2), het lijfblad van de Stichting Dierenzorg Eemland:

Veld Zonder Leeuwerik

Veld Zonder Leeuwerik

300 woorden voor de veldleeuwerik als metafoor voor het grote uitsterven.

Zoo Palescue nr.7 voor het tijdschrift van Stichting Dierenzorg Eemland

Het was zonnig en droog op de grote stille heide. Je hoorde niets dan wind en een krekel. Toen ontsprong plots een klaterende bergbeek van de helderste klanken uit de zon. Ik keek omhoog, zag een donker puntje al zingend de strakblauwe hemel beklimmen. Ongelofelijk. Als je hard schreeuwt vanuit een luchtballon, horen de mensen beneden niets. Maar dat bruine vogeltje daarboven laat moeiteloos de hele vlakte volstromen met muziek.

De Veldleeuwerik was de meest verspreide vogel in de jaren ’70 en is nu gedecimeerd. Op Vliegbasis Soesterberg zijn elk jaar nog een paar honderd nesten. De mens beschermt die, maar toen kwamen de kauwtjes. Als een regiment soldaten marcheerden ze door het gras en vraten de nesten leeg. Het lijkt of het lawaai van vroeger de kauwen verjoeg en de leeuwerik juist beschermde.

De mens denkt, zeker in Nederland, de natuur te regelen maar uiteindelijk roeien we ‘per ongeluk’ dagelijks soorten uit, om zelf ongebreideld uit te kunnen breiden. Veel soorten hadden nog geen naam. Met Rode Lijsten vinken we af: vrijwel alle bekende soorten steenvliegen, afhankelijk van stromend water, zijn verdwenen uit ons land, bijna driekwart van alle soorten dagvlinders en meer dan 80% van alle reptielen.

Een deel van Dierenpark Amersfoort is voor dinosaurussen, uitgestorven voordat de mens bestond. Daar konden we niets aan doen. Bij veel nog levende soorten staat aangegeven dat ze bedreigd zijn in het wild. De biodiversiteit neemt af, heet dat: het leven sterft uit – planten en dieren, te land, ter zee en in de lucht.

Uiteindelijk overleeft het wild alleen in de Zoo. Ik loop met een buggy buiten de kooien en ook wij overleven niet in het wild. Ik vraag me af: voor hoeveel soorten blijft de aarde leefbaar en zijn er dan nog kleinkinderen over om ze te tellen?

Leeuwerik 20180826_02-450

En zo stond het in Veren en Vachten van September 2018 (13e jaargang, nr.3), inclusief de foutieve extra r.

7. Veld zonder Leeuwerik publ. IMG_20181014 klein