Je tilt een tak op en ziet honderden van die grijze beestjes wegkrabbelen. Pissebedden. De naam alleen al. Ze heten zo, omdat het eten ervan zou helpen bij het plassen. Grote soorten staan ook vandaag de dag op het Aziatische menu. Het smaakt naar kreeft, en feitelijk is het ook een kreeftensoort, dus passend in de schaaldierenschotel.
Pissebedden hebben niet altijd onder een steen geleefd. 298 miljoen jaar geleden ging een subsoort definitief aan land. Na al die tijd halen ze toch nog steeds adem via kieuwen. In de kreeftenfamilie horen pissebedden tot de klasse van de Isopoda, wat ‘gelijke pootjes’ betekent. Kijk maar, ze bestaan uit 7 geschakelde schildjes, elk met een stel pootjes, dus 14 in totaal.
In Nederland zijn er tegen de 40 soorten. De meeste soorten pissebed leven nog in zee, van hele kleine tot reuzepissebedden die zo lang zijn als je onderarm. Onlangs is van die laatste een nieuwe soort opgevist door Vietnamese vissers. Vanwege zijn knappe koppie is deze soort genoemd naar Darth Vader, de engerd uit Star Wars.
In de biologie heet de pissebed een lagere diersoort omdat hij ongewerveld is, dus geen ruggengraat heeft, en geen insect of spin is. Lagere diersoorten bestaan al sinds het begin van de evolutie en ogen nogal ‘primitief’. Maar zo’n ‘lager dier’ als de octopus is een hoogontwikkelde levensvorm.
Eigenlijk komen pissebedden niet binnenshuis, en ook al zijn ze daar, je krijgt er niets van. Ze zijn niet schadelijk. Het is geen ongedierte wat je wil bestrijden met chemische middelen. Het zijn landkreeftjes die in het donker op zoek gaan naar rottend hout, oude bladeren en soms ook dode dieren. Van Sir Richard Attenborough leerde ik dat pissebedden helpen bij de afbraak van zware metalen. De pissebed is dus een belangrijke schoonmaker van de natuur.

Voorpublicatie – weer een dier in driehonderd woorden.



