Voor de rubriek Raadgever in de Soester Courant mocht ik als raadslid in 2.550 tekens een stukje schrijven met een persoonlijke invalhoek. Gepubliceerd op 17 juni 2020:

Net als de #metoo een discussie over seksisme losmaakte, is er nu discussie over racisme met #BlackLivesMatter. Als witte man van middelbare leeftijd zit ik in de verdachte hoek. Dat wordt nog erger.

Op de basisschool zat welgeteld 1 donkere jongen. Die werd daar niet blij van en ik heb dat toen niet gemerkt. In de loop der tijd heb ik heel wat witte vlekken moeten inkleuren. Zoals de Zwartepieten-discussie aantoont is het geen fijn proces om te erkennen dat je een white mans privilege bezit. Het is pijnlijk om te beseffen dat je deel bent van een dominante groep die het anderen lastig maakt, of erger.

Ik voelde me wel eens gediscrimineerd, als Nederlander in een omgeving met enkel buitenlanders, als man tussen vrouwen, als hetero in een homobar, maar de niet-aflatende stroom van speldenprikken, van insinuaties en gênante vragen – ik heb het niet zelf meegemaakt.

Toen ik net mijn rijbewijs had werd ik niet telkens aangehouden door de politie omdat ik blond ben. Niemand denkt dat ik dommer ben omdat ik geen handicap heb. Als ik over straat loop, hoor ik geen gesis of gefluit van voorbijgangers. Niemand die me neerbuigend behandelt omdat ik een pet op heb.

Het goede nieuws is dat als je weet dat het gebeurt, als je beseft dat je iemand vanuit een vooroordeel behandelt, het een kleine stap is naar de oplossing. En dat is natuurlijk: iedereen bezien zoals je zelf gezien wil worden.

Bij de raadszaal hangt een bordje met artikel 1 van de Grondwet:

‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

Daarmee is discriminatie niet uitgeroeid. Om te beginnen mag de rechter niet toetsen aan de Grondwet. Bovendien komt discriminatie vrijwel niet in de rechtbank omdat er ‘geen zaak valt te maken.’ Het is de alledaagse praktijk.

  • ‘Jullie kunnen nu eenmaal beter dansen.’
  • ‘Maar wat wil je, als je dat aantrekt.’

Dat zijn geen strafbare uitspraken en natuurlijk zijn er ook blanken met een strafblad die níet worden aangenomen. Er bestaan ook witte mannen die kunnen dansen en streeploos ramen lappen, alhoewel, tegelijkertijd wordt dat lastig.

Laten we zingen. Van The Scene, uit 1990: Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen.’ In de natuur zijn planten en dieren van elkaar afhankelijk. Voor de menselijke samenleving is dat niet anders. Een gezond ecosysteem kan alleen bestaan in diversiteit.

4 gedachtes over “Middelbare man met witte achtergrond

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.